- 8 -
merkt, dat er inzake de verkeersstroom op de Oosterhoutseweg de afgelopen
zomer tellingen zijn verricht. Die tellingen zijn verwerkt in het uitgeko
men boek. een ambtenaar zou nu eens moeten nagaan wat de conclusies zijn
van deze tellingen en waar de betreffende auto's vandaan komen en naar toe
gaan. Zodoende kan het college zich dan bezinnen op maatregelen om de ver
keersintensiteit te verminderen.
Raadslid Van de Kreeke vraagt of uit dat boek dan de redenen kunnen worden
opgemaakt waarom men nu precies de Oosterhoutseweg kiest. De intentie van
zijn vraag van destijds was: waarom maakt men toch zo veelvuldig gebruik
van de Oosterhoutseweg, laat men dat nu eens in kaart brengen. Aantallen
heeft hij niet gevraagd, die zijn wel bekend.
Wethouder Verstegen vraagt op zijn beurt wat de PvdA dan denkt te kunnen
doen met die gegevens.
Raadslid Van de kreeke heeft in dat kader een alterntief plan op tafel ge
legd: een weg door de polder heen. Ook zou men de mensen uit Oosterhout
over de A27 kunnen laten rijden. Toen is theoretisch opgemerkt, dat automo
bilisten van de Oosterhoutweg gebruik maken om naar hun werk te gaan, maar
dat wist men toen nog niet zeker. Het lijkt hem zinnig om te weten waarom
men van die weg gebruik maakt en voor welk doel.
De voorzitter interrumpeert. Er is een onderzoek toegezegd naar de herkomst
en de bestemming van de voertuigen en dat staat nu juist in het rapport van
de provincie. Wanneer men zo'n onderzoek gaat doen als bedoeld door de PvdA
en men ontdekt dan, dat iemand van Breda naar Oosterhout gaat om drop te
kopen, wat kan men dan met dat gegeven doen? De antwoorden op die vraag kan
men eigenlijk zelf al wel geven. Het doel van de verkeersbeweging is op
zich niet zo belangrijk. Bekend is, dat er in zeer hoge frequentie van de
Oosterhoutseweg gebruik wordt gemaakt omdat het de kortste verbinding is
tussen Breda en Oosterhout. Vanuit die gedachte geredeneerd moet men zich
dan bezinnen of er tot maatregelen gekomen kan worden.
Hierna volgt een onderlinge discussie over de noodzaak en het nut van een
enquete inzake de beweegredenen voor het gebruik van de Oosterhoutseweg.
Raadslid Van de Kreeke concludeert hierop, dat het belangrijk is, wanneer
men zeer ingrijpende maatregelen gaat nemen om het verkeer terug te dringen,
dat men de mensen dan heel duidelijk kan maken waaróm dat gebeurt. Deze ge
gevens kunnen volgens hem alleen door een enquête worden verkregen. Maar
wanneer ambtenaren hetzelfde kunnen bereiken door de gegevens uit het rap
port te analyseren, dan kan daarbij al aardig wat worden ingevuld.
Wethouder Verstegen acht het geen enkel probleem om de gegevens van zo'n
analyse in de commissie Grondzaken ter inzage te leggen en ter discussie te
stellen
Raadslid Van de Kreeke zal dit antwoord als een toezegging beschouwen.
De voorzitter preciseert dit. Op korte termijn zal de raad inzage krijgen
in het rapport van de provincie en op een wat later tijdstip de ambtelijke
analyse van de cijfers van het college.
10. Sluiting
De voorzitter sluit de vergadering met het uitspreken van het sluitingsge
bed.
Opgemaakt en vastgesteld, 30 mei 1991.