Tot raadslid Valk zegt hij, dat iedereen die een bedrijf of privéwoning heeft, betaalt aan het Hoogheemraadschap, die dit geld nodig heeft voor zuivering en voor instandhouding van de installaties. Het vuile water, dat via het rioleringsstelsel in de zuiveringsinstallaties terecht komt, wordt hierin in feite dus bewerkt en verwerkt. Daarnaast is het Schap, buiten de riolering om, verantwoordelijk voor het normale oppervlaktewater. Dit wa ter wordt nu geweldig vervuild door de overstorten en daarom lijkt het hem reëel, dat er door het Hoogheemraadschap voorwaarden gaan worden gesteld aan degenen, die voor de vervuiling van het oppervlaktewater verantwoorde lijk zijn; en dat is dus hier gebeurd. De riolering is gebaseerd op een nor male capaciteit. Bij hevige waterval in korte tijd moeten de overstorten er voor zorgen, dat de woningen niet onder water komen te staan. Zouden er geen overstorten bestaan, dan zou de normale riolering een capaciteit moe ten hebben, die drie tot vier maal zo hoog zou moeten zijn als de huidige. Raadslid Valk zegt, dat bij de burgers het gevoel leeft, dat men daarvoor toch al betaalt. En die hoge bedragen worden dan nog hoger door al die ex tra's, die er bijkomen aan technische voorzieningen en dergelijke. Hij heeft al eens gezegd bij het Hoogheemraadschap en herhaalt dat hier nog eens: als men geld nodig heeft, weet men altijd wel de burgers te vinden. Natuur lijk moeten die burgers betalen, ook voor het milieu, maar men moet er toch wel goed voor gaan oppassen, dat niet alles maar op één hoop gegooid wordt en de burger betaalt dan wel. Daar heeft hij toch wel wat moeite mee. De voorzitter interrumpeert. Maar de burger vervuilt toch ook, dat is één aaneengesloten keten. Raadslid Valk is het daarmee eens, dat heeft hij ook gezegd. Raadslid Van de Kreeke wil nog een keer vragen, wanneer de 25.000,be schikbaar moeten zijn, dus wanneer een en ander in de praktijk gerealiseerd zal worden. Wethouder Verstegen antwoordt, dat het voorstel luidt om een aanvullend onderzoek te laten doen en hij kan nog steeds niet zeggen wanneer uitvoe ring van de voorgeschreven werkzaamheden moet hebben plaatsgevonden. Hij wil er achterheen gaan om die inlichting te verkrijgen. Raadslid Van Casteren is niet alleen benieuwd, wanneer een en ander zijn be slag moet hebben gekregen, maar vraagt zich tevens af of de eisen, die thans gesteld worden, voor een paar jaar niet weer zullen zijn veranderd. Stel, dat de gemeenteraad nu onderzoekskosten maakt, en dat die dan over enkele jaren wéér gemaakt moeten worden! De voorzitter antwoordt, dat een en ander het gevolg is van een provinci aal waterbeheersplan. Dat is inderdaad toekomstgericht, zodat de raad niet bang behoeft te zijn dat hij binnenkort weer wordt overvallen. Spreker wil nog iets aanvullen. Wanneer men hier in deze gemeente werk wil maken van een goed beheer en goed milieubeleid, dan moet men, wanneer men over het rapport beschikt, ook heel serieus bekijken, wanneer de maatregelen die moeten worden genomen ook kunnen worden genomen. Dat betekent, dat niet tot het laatste ogenblik moet worden gewacht tot het Hoogheemraadschap zegt: nu valt de bijl; hoe eerder door het treffen van maatregelen aan deze vervuiling een eind kan worden gemaakt, hetgeen uiteraard ook betaalbaar moet zijn, hoe eerder de gemeente dat dan ook moet doen. Er moet echt een goed milieubeleid worden gevoerd en de gemeente zal dat weten, wanneer het rapport is uitgebracht. Daarom zou spreker eigenlijk niet afhankelijk willen zijn van de dead-line van het Hoogheemraadschap, maar zelf willen bezien wat Teteringen hier in eigen verantwoordelijkheid kan realiseren. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten overeenkomstig het voor stel van burgemeester en wethouders. - 11 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 11