- 14 - Spreker is het niet eens met raadslid Adriaansen voor wat betreft diens opmerkingen inzake de T.G.V. Hij herinnert zich nog een krante-uitspraak dat men in Prinsenbeek van onderen tegen de trein kan aankijken, omdat hij over die gemeente heen suist. De vraag is nog maar, of hij in Breda stopt. G.S. zouden dat wel willen, heeft spreker begrepen, want dan gaat men van uit heel de wereld ook weer bussen laten rijden, om die stad tot opstap plaats te maken. Maar, kort gezegd, het is nog in het geheel niet zeker, en zelfs het tegendeel, dat zo'n T.G.V. als hij in deze regio zou komen lopen - hetgeen ook nog lang niet zeker is - ook in Breda stopt. En wanneer dat dus niet gebeurt, denkt hij, dat de vervoerregio, die veel meer geënt is op het verkeer in de bevolkingsconcentraties in Breda en di recte omgeving, slechts minimaal beïnvloed zal worden door de T.G.V. Bij wél stoppen zou er een heel ander beeld ontstaan, want dan krijgt men de toevloed van vervoerlijnen. Raadslid Adriaansen interrumpeert. Het gaat hem ook om de vele ruimte, die voor de T.G.V. nodig zou zijn. Het zou verplaatsing betekenen van het vei- linggebied; een andere structuur van wegen zou daarvoor moeten worden be dacht. Kortom, het een houdt heel veel verband met het ander. Daarom vindt hij, dat G.S. hier eigenlijk een drempel heeft gelegd voor oplossing van de ze problematiek voor Breda en omstreken. Temeer ook, omdat vanavond mét de conslusie is getrokken, dat de vervoerregio eigenlijk een instrument is van de ruimtelijke ordening; wanneer er dan gesproken gaat worden van al dan niet verplaatsen van de veiling, die niet zo'n klein stukje grond beslaat, dat dat natuurlijk van eminent belang is. Raadslid Van Casteren onderbreekt. Duidelijk wordt nu in ieder geval, waar die 300.000,voor nodig is; n.l. voor o.a. inventarisatie en de nodige basisinformatie. Waar raadslid Adriaansen op doelt is daar eigenlijk een on derdeel van. De voorzitter zegt samenvattend toe, dat het gemeentebestuur in ieder ge val in de Vervoerregio aan de orde zullen stellen, wat nu eigenlijk precies de invloed gaat worden van de T.G.V. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten overeenkomstig het voor stel van burgemeester en wethouders. 11. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ten behoeve van het verrichten van onderhoudswerken aan diverse wegen. Raadslid Van de Kreeke zegt, dat dit voorstel meer inhoudt dan alleen een krediet voor onderhoud van wegen. Er zijn minstens twee afwegingen. In de eerste plaats: de ambtenaren van de gemeente adviseren in sit soort zaken; het college neemt een en ander over; dus, zal de raad zeggen, zal een en ander wel noodzakelijk zijn. De tweede afweging is dan: dat gaat geld kosten; daarmee is uiteraard ook het college bezig, en daar houdt de raad, zeker in 1990 en komende jaren, zich intens mee bezig. Vandaar zijn probleem met het voorliggende voorstel. Als raadslid zou men kunnen zeggen: moet de stoep in een straat nu echt vervangen worden, moeten die inritbanden nu echt vervangen worden of kun nen ze worden teruggelegd? Dat lijken details, maar die details vragen veel geld. Met dit punt, de financiën dus, heeft spreker nu problemen. Een ander punt: is repareren van een gedeelte van een weg niet erg duur? Als de PvdA een voorstel in die geest deed, kreeg zij altijd te horen, dat repareren van wegen relatief zeer duur is. Hij doelt natuurlijk een beetje op de Oosterhoutsewegzijn fractie heeft gezegd, dat volgens haar de Oos- terhoutseweg niet van een nieuwe laag behoeft te worden voorzien op dit moment; het college is haar een beetje tegemoet gekomen door te zeggen:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 14