- 15 -
dat doen we dan niet, dan gaan we over tot reparatie. Toch is hij bang,
dat dat in ieder geval, relatief gezien, een dure zaak gaat worden.
Financieel gezien gaat de gemeente moeilijke tijden tegemoet; dat blijkt uit
kranteberichten en ook uit maatregelen, die het Rijk gaat nemen. Iedereen
kan begrijpen, dat dit voor de inwoners volgend jaar aanzienlijke belasting
verhogingen gaat meebrengen, of, anderszins, dat de gemeente aanzienlijk op
haar uitgaven zal moeten gaan korten.
En moet men dan een beleid handhaven, om trottoirs en wegen, die nu niet
direct op biljartlakens lijken, te gaan vervangen of repareren? Kan zo'n
beleid naar de inwoners van Teteringen toe wel verdedigd worden? Misschien
zegt het college, dat veiligheid voor mensen, met name ten aanzien van
verkeer, belangrijk is. En natuurlijk heeft men dan niet eens ongelijk. Ook
neemt het college dit standpunt om aan te tonen dat de Oosterhoutseweg
gerepareerd moet worden. Met de financiën in het achterhoofd stelt zijn
fractie zich dan de vraag: waar ligt de grens tussen veilig en onveilig
dan? Wie bepaalt die grens tussen veilig en onveilig? Jaren lang is het
noordelijk gedeelte van de Oosterhoutseweg niet al te veilig geweest. Het
college heeft daar borden laten plaatsen met max. 50 km. snelheid in
plaats van 70, want dat was veiliger. Er komen allerlei maatregelen voor
dat noordelijk gedeelte; hij kijkt naar wat er met De Haenen gaat gebeuren.
De PvdA ziet nog niet direct de noodzaak van het repareren van de Ooster
houtseweg aldaar.
Maar ook met andere zaken uit het voorstel heeft hij wat moeite en hij
vraagt een reactie van het college t.a.v. het volgende: worden wegen ver
vangen en gerepareerd omdat het op de lijst staat, of is het beslist nood
zakelijk om dat nu te doen, gezien de financiële problemen waar Teteringen
voor staat. Of zou de lijst misschien kunnen worden herzien en een en ander
worden opgeschort?
Raadslid Van Hooydonk-Rijken gaat ervan uit, dat alle objecten eerst ter
dege bekeken zijn, zoals ook het college al aangeeft. Zij kan dus akkoord
gaan met het voorstel, ook al omdat men toch niet steeds elk onderhoud
voor zich uit kan blijven schuiven.
Raadslid Adriaansen vindt, dat de raad best kritisch mag bekijken wat het
college voorstelt, maar aan de andere kant heeft de raad niet alle deskun
digheid in huis om dat te kunnen beoordelen. Men moet dus gewoon vertrou
wen hebben in het ambtelijk apparaat en ook in het college, dat zulke zaken
zeer zorgvuldig te berde brengt. Ook in de commissie is een en ander uit
voerig besproken. Wel wil hij nog opmerken, dat in de commissie grondzaken
het CDA uitvoerig heeft stilgestaan bij de wijze van kredietvotering inzake
dit soort aanbestedingen. Het college heeft daarbij toegezegd hiermee in
het vervolg rekening te zullen houden. Dat laatste staat overigens niet in
het ontwerp-verslag van de commissie grondzaken, maar hierop komt hij nog
terug. Met bedoelde toezegging is voor zijn fractie het sein op groen ge
sprongen om het voorstel ter wille van de voortvarendheid van het college
te ondersteunen en zo snel mogelijk ten uitvoer te brengen. Hijzelf vindt
persoonlijk, dat bestrating wél moet plaatsvinden; ook hij is maar een leek,
maar hij vindt dat er heel wat kuilen in de betreffende wegen zitten, die
dringend vereffend moeten worden. Hij vraagt nog eens aandacht voor de trot
toirverlagingen, ten behoeve van de gehandicapten en de ouderen. Het col
lege maakt er op die manier voor weinig geld een goed zaak van.
Wethouder Verstegen wil op het betoog van raadslid Van de Kreeke ingaan,
alhoewel dit wat verder gaat dan hetgeen in het voorstel staat. Inderdaad
is het nogal wat, hetgeen financieel op korte termijn op de gemeente afkomt
en er zullen prioriteiten moeten worden gesteld. Maar wat betreft de vraag
over de noodzaak van de genoemde herstratingen kan spreker antwoorden, dat
er zeer zorgvuldig bekeken is, wat er in 1991 moet gebeuren en wat daarom