Raadslid Van Casteren is erg bezorgd over twee persberichten. Het eerste
maakt melding van het feit, dat de Eerste Kamer een wetswijziging heeft
goedgekeurd, waardoor de procedure van de gemeentelijke herindeling aanzien
lijk bekort wordt. Was tot nu toe een termijn van acht tot tien jaar gebrui
kelijk, door de genoemde wetswijziging wordt die termijn teruggebracht tot
drie a drieënhalf jaar. Het tweede artikel handelt over de vorming van een
spoorzöne. En met name wil spreker wijzen op het gestelde over het gebied,
dat tot Teteringen behoort. Zonder blikken of blozen worden hier plannen
geventileerd voor nadere invulling; weliswaar met de vermelding, dat het
hier Teterings grondgebied betreft. Dat zou nog tot daar aan toe zijn, wan
neer dit alles zou passen in de Teteringse visie met betrekking tot de
ruimtelijke invulling van dit gebied. De raad, en niet in het minst de
Dorpsgemeenschap, heeft het college van harte gesteund bij het voorstel om
een intentieverklaring m.b.t.een golfbaan op te stellen. Onlangs nog heeft
zijn fractie het college nog gevraagd naar de stand van zaken. Thans wil zij
nog een stapje verder gaan. Een doorslaggevend argument voor haar steun
aan het collegevoorstel was, dat door de aanleg van een golfbaan een duur
zame buffer gecreëerd zou worden. Deze buffer is noodzakelijk om de eigen
identiteit van Teteringen, hoe dan ook, enigszins te waarborgen. Voor zo
wel een buffer als voor de eigen identiteit wil de Dorpsgemeenschap zich
tot het uiterste inzetten. Genoemde persberichten suggereren, dat tijdsdruk
Teteringen thans noopt tot een actief beleid in deze. De gemeente zal nu
het voortouw moeten gaan nemen bij de realisering van dit project, om te
voorkomen, dat derden haar voor onomkeerbare ontwikkelingen plaatsen. Zijn
fractie verzoekt het college om met de raad hierover van gedachten te wil
len wisselen, in commissieverband of in informele beraadslagingen. Kan het
college hierover toezeggingen doen?
Raadslid Adriaansen merkt op, dat naar zijn mening in deze vergadering één
vraag onbeantwoord is gebleven, n.l. die van de PvdA aan de VVD-fractie-
voorzitter ten aanzien van het krante-artikel over het afstand nemen van
de regio-VVD inzake de samenwerking Stadsregio. De VVD-regio opteert voor
een stadsgewestelijke samenwerking. Hij zou aan raadslid Braat willen vra
gen, of hij die mening deelt.
Raadslid Valk vraagt, of er al een gegadigde is voor de voormalige super
markt aan de Hoolstraat. Daarnaast merkt hij op, dat het met het mooie weer
al weer aardig druk wordt in de Valkenstraat. Er is maar wenig ruimte met
al die gaande en komende auto's (al of niet met honden). Is er geen moge
lijkheid tot het instellen van éénrichtingsverkeer? Wandelen wordt echt
moeilijk, en het mag toch eigenlijk niet zo zijn, dat wandelaars en fietsers
aan de kant geschoven worden, terwijl de auto's er hun gang kunnen gaan.
Raadslid Van Hasselt-Blankers vraagt aandacht voor de aanrijdroute naar de
sporthal; op zich een prima weg, met een gescheiden fietspad, maar ter
hoogte van de ingang van de hockey-en voetbalvelden is er een hele scherpe
bocht van 90 graden, daar ligt allemaal fijn kiezelzand en bijna alle fiet
sende kinderen vallen zich daar schaafwonden. Onlangs heeft zelfs een
jongetje daar zijn arm gebroken. Is daar iets aan te doen?
De voorzitter zegt tot raadslid Van Casteren, dat hij eveneens kenneis ge
nomen heeft van de aangehaalde berichten. Maar spreker is daarover niet zo
verontrust als het raadslid. Hij vindt het ook een goede zaak, om hierover
in de commissie grondgebied en/of algemene zaken van gedachten te wisse
len. Het is overigens nogal iets, om in de kwestie van de golfbaan, die
tot nu toe een initiatief was van een particulier ondernemer, als gemeente
een actiever beleid te gaan voeren. Op dit moment kan spreker daarvan de
consequenties ook niet overzien. Hij wil hierover toch eerst eens in het
college overleggen. Daarom ook zijn toezegging om in commissieverband hier
een discussie aan te wijden, hoe dat dan zou kunnen, en wat de consequen-
- 21 -