hoeven bepaalde zaken niet meer op herindeling te wachten. Regionaal beslis
sen is namelijk al een beetje herindelen. En wat moet Teteringen volgens de
Partij van de Arbeid nu vanavond beslissen? Wel, zijn fractie denkt dat er
gewoon ja gezegd moet worden tegen de ideeën, neergelegd in het rapport van
de adviescommissie bestuurlijke zaken stadsregio Breda, de Bredase Stadsre
gio: Samen Verder. Want het voorliggende voorstel is zó vrijblijvend van
aard, daar kan niet één fractie zich een bult aan vallen, wanneer men daar
ja tegen zegt. En dan kan Breda lekker niet zeggen, dat Teteringen niet van
goede wil is. Teteringen zegt gewoon ja tegen een stadsregio, waarvan men
weet dat die er niet komt. Politiek bedrijven lijkt soms net een kleuter
school: geef het kind maar gelijk, dat voorkomt erger en het kind wordt
stil (Met overigens zijn welgemeende excuses aan de kleuters en aan alle
kleuterscholen). Maar op één punt gaat de vergelijking niet op: krijgt Bre
da namelijk zijn stadsregio niet, dan dramt het net zo lang door bij Gede
puteerde Staten van Noord-Brabant, tot de herindeling wéér vervroegd wordt.
En laat Teteringen haar gemeentelijk beleid maar op dat gegeven afstemmen.
Raadslid Van Casteren merkt op, dat De Dorpsgemeenschap een beetje de draad
kwijtraakt in alle ontwikkelingen rond dit vraagstuk. Aanvankelijk bestond
bij zijn fractie enige terughoudendheid bij de gedachte dat Teteringen be
slissingsbevoegdheden uit handen zou moeten geven. Bij enige nadenken brak
het bewustzijn door, dat het plan van de commissie Konijnenbelt juist voor
kleinere gemeenten rondom Breda een welkome ontwikkeling was, omdat daar
door mogelijk zwaarder onheil kon worden afgewend. Zijn fractie ondersteunt
dan ook het standpunt van het college om positief te staan tegenover de
plannen met betrekking tot de stadsregio. Niet omdat zij graag een stuk van
haar zelfstandigheid wilde inleveren, maar omdat ze meer zag in een half ei
dan in een lege dop. Met wisselende gevoelens heeft hij de ontwikkelingen
in de regio gevolgd. Het begon te lijken op het verhaal van de tien - in
dit geval acht- kleine negertjes: de een na de ander viel af. Het leek erop,
dat dit punt gevoeglijk van de agenda gehaald kon worden. En wat schetst de
verbazing De Dorpsgemeenschap? Eerst wordt in de landelijke politiek met
veel tromgeroffel melding gemaakt van het feit dat een vierde bestuurslaag,
of iets wat daar zelfs maar op leek, ongewenst was. Een nadere aankleding
van de VGR was het juiste alternatief. In perspublikaties wordt echter mel
ding gemaakt van ontwikkelingen die veel verder gaan dan eerst de bedoeling
was. Het begint er nu op te lijken dat er een oud plan van stal wordt ge
haald om te komen tot supergemeenten. De scheidende burgemeester van Gronin
gen zegt zelfs, dat het hem niet zal verbazen wanneer Nederland wordt opge
deeld in zestig gemeenten.
Wanneer een kleine politieke partij als De Dorpsgemeenschap in een kleine
gemeente als Teteringen de belangen van die gemeente wil behartigen, dan k-
an men het college slechts wijsheid toewensen om in de melee (of de mist)
van denkbeelden de juiste keuzes te maken. Dat wordt volgens hem in het
voorliggende voorstel bedoeld. Raadslid Van de Kreeke wees daar ook al op.
Daarom kan zijn fractie akkoord gaan met het voorstel, onder voorwaarde,
dat het aangaan van samenwerkingsverbanden alleen dan kan wanneer Teterin
gen daarbij gediend is en het past in het streven naar een stuk herkenbaar
heid van het dorp.
De voorzitter merkt op, dat de fractievoorzitters allen een uitvoerige be
schouwing hebben gegeven van en analyses hebben gemaakt over de onduidelij
ke situatie die nu aan de orde is. De zaken worden verschillend gewogen:
positief vanuit CDA en Dorpsgemeenschap, kritisch positief vanuit de PvdA,
negatief vanuit de VVD-fractie. Het collegevoorstel is opgesteld zoals ook
alleen maar mogelijk was, gezien de ontwikkelingen. In het belang van Tete
ringen is het noodzakelijk een samenwerkingsvorm aan te gaan in de stadsre
gio, waar met elkaar samengewerkt moet worden. Dat stelt het college dan
ook voor; niet in de vorm die Konijnenbelt op tafel legt, maar in een vorm,
die verder gezamenlijk besproken moet worden. Spreker concludeert, dat de
-10-