Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten overeenkomstig het voor
stel van burgemeester en wethouders.
13. Voorstel tot het vaststellen van het meerjarenprogramma als bedoeld in
artikel 3 van het Besluit Rijkssubsidieregeling Restauratie Monumenten
(B.R.R.M.)
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkom
stig het voorstel van burgemeester en wethouders.
14. Voorstel tot het vaststellen van het woningbouwprogramma 1992 t/m 1996
Raadslid Braat zegt, dat de VVD grote moeite heeft met dit voorstel. In de
commissievergadering heeft zijn fractie reeds opgemerkt het niet zinvol te
vinden dat het college de raad een woningbouwprogramma laat vaststellen,
waar het zelf in het geheel niet achter staat. Het argument was: wanneer
de raad niet tot vaststelling overgaat worden, afhankelijk van de beschik
baar te stellen financieringsmiddelen, door het rijk op de genoemde daar
voor in aanmerking komende categorieën kortingen toegepast. In gewoon Ne
derlands noemt hij dat chantage en daaraan wil de VVD geen bijdrage leve
ren. Als college kan men moeilijk leven met voldongen feiten en de raad
per definitie al helemaal niet. Daarom stelt zijn fractie voor de discus
sie binnen de RVC opnieuw op te pakken en nadien met het onderhandelings
resultaat terug te komen bij de raad. De VVD wordt geacht tegen dit voor
stel gestemd te hebben.
Raadslid Van de Kreeke is evenmin tevreden met het aan Teteringen toege
deelde aantal te bouwen woningen voor 1992. Ook is de Partij van de Arbeid
niet tevreden met de verdeling van 40% huurwoningen en 60% koopwoningen,
waarbij voor het laatste een maximum van 31% over het totaal is gesteld.
Want het college komt hiermee tot een verdeling van 40-30-30 en zo'n ver
deling is ongunstig voor de sociale huurwoningen en de premie-koopwoningen.
Hoe groot is momenteel de vraag naar sociale huurwoningen (plus-minus) en
hoe groot wordt de vraag geschat naar premie-koopwoningen, als het college
daartoe in staat is? Op de tweede plaats komt hij met een amendement op
het voorstel. Het college stelt voor om te overwegen tegen het besluit van
gedeputeerde staten tot vaststelling van de basisinformatielijsten bezwaar
te maken, maar de PvdA vindt dat dat té vrijblijvend is. Daarom stelt zij
voor dat het college, indien er geen positieve bijstelling komt van de
richtgetallen, in bezwaar c.q. beroep móet gaan bij G.S. Dat is de strek
king van het amendement: het college zegt te overwegen bezwaar te maken,
en de PvdA wil het voorstel zo wijzigen dat, indien er geen positieve bij
stelling komt van de richtgetallen, het college in bezwaar c.q. beroep
móet gaan bij G.S. Mocht namelijk uit het antwoord van het college in eer
ste termijn blijken dat de raad dit voorstel móet aannemen, niet kan ver
werpen - dat zou ook nog kunnen - dan moet het college in ieder geval be
zwaar gaan maken. Hij verzoekt de overige fracties in tweede termijn op
dit amendement in te gaan.
Raadslid Van Hooydonk-Rijken merkt op, dat door allerlei factoren die in
de commissie grondgebied ruimschoots zijn uiteengezet en toegelicht, haar
fractie niet anders kan doen dan concluderen, dat de richtgetallen voor de
woningbouw voor 1992 en volgende jaren voor Teteringen wel zeer nadelig
zijn uitgepakt en niet acceptabel zijn. En toch wordt de raad gedwongen in
te stemmen met dit woningbouwprogramma, wil men niet alles verspelen. Hoe
valt dit nu te rijmen met het verstedelijkingsbeleid? De Dorpsgemeenschap
spreekt nogmaals haar zorg uit over het toegedeeld contingent en onder
schrijft de opmerkingen van het college in de richting van Gedeputeerde
Staten, alsook het bezwaar of beroep dat het college wenst te voeren ten
aanzien van het vaststellen van deze basisinformatielijsten.
-23-