leidster, een plaatsvervangend hoofdleidster, twee leidsters en vier leid
sters. Is het college dan niet bang, dat dit problemen met zich zou kunnen
gaan brengen? Hij is blij met de toezegging van het bestuur om het gevraag
de onderzoek in te stellen.
Raadslid Van de Kreeke is blij met het duidelijke antwoord, dat er al enke
le jaren bepalingen gelden bij het aannemen van leidsters, dat zij moeten
voldoen aan de bepalingen van de CAO-Welzijn, maar dat zij niet de vergoe
ding krijgen die bij die CAO hoort. Dat is een zaak, die tegenstrijdig is.
Nogmaals zegt hijdat het gemeentebestuur hierdoor meewerkt aan rechtson
gelijkheid in de arbeidsverhoudingen. Het moet toch mogelijk zijn dat de
genen, die voldoen aan de CAO-eisen, ook de CAO-Welzijnvergoedingen krij
gen. Wanneer de wethouder dus zegt: het bestuur wil die leidsters, die wel
voldoen aan de eisen, niet volgens CAO betalen en de leidsters willen dat
zelf ook niet, dan is hij natuurlijk uitgepraat. Hij kan zich voorstellen
dat het bestuur best volgens CAO-Welzijn wil uitbetalen, mits de overheid
maar voor voldoende subsidie zorgt. Wanneer dit laatste het geval is, en
de gemeente geeft die subsidie niet, dan zal hij tegen het voorstel stem
men, om die reden, dan behoeft hij straks geen stemverklaring af te leggen.
Wanneer echter de wethouder zegt: het bestuur en de leidsters vinden die
vergoeding niet nodig, dan moet hij uiteraard straks anders stemmen.
Dat er een onderzoek komt naar het draagkrachtbeginsel vindt hij prettig.
Hij hoopt, dat dat snel komt. Het gaat hem om een principe-uitspraak: wan
neer het bestuur zegt een onderzoek te doen hoe het draagkrachtprincipe in
praktijk moet worden gebracht, dan zal dat voor de subsidiegever een goede
zaak zijn. Er komt dus een onderzoek, maar spreker vraagt: is het bestuur
in principe bereid om het draagkrachtbeginsel te gaan hanteren?
Wethouder Prince antwoordt aan raadslid Valk, dat de situatie rondom de
niet-gediplomeerde leidsters een zaak is, die in de loop van de jaren is
gegroeid, omdat die ontstaan is uit het vrijwilligerswerk. Vier leidsters
gaan nu betaald worden via het minimumloon - zoals trouwens ook in het
overzichtje van het bestuur te lezen valt -; twee leidsters krijgen een
iets hoger bedrag, dat is een gulden meer per uur; de plv. hoofdleidster
krijgt twee gulden meer per uur en de hoofdleidster drie gulden meer per
uur. Op die manier heeft het bestuur dat aan het college voorgelegd en
hiermee kan worden ingestemd. Dan wordt er toch een bepaald onderscheid
gemaakt tussen leidsters die volledig bevoegd zijn volgens de CAO-Welzijn
(en let wel: er gaat nog niet betaald worden via CAO-Welzijn), maar de be
voegde leidsters krijgen dan toch een iets hoger bedrag dan de anderen.
Raadslid Valk vindt dit toch wel belangrijk om te horen. Er zijn toch wel
wat vragen in zijn richting gekomen. Met name de uitzondering die gemaakt
kan worden, omdat dat zo is gegroeid, kan hij wel onderschrijven, maar het
onderscheid dat gemaakt wordt zou toch problemen met zich mee kunnen bren
gen: de een krijgt het minimumloon en aan de ander wordt slechts een onkos
tenvergoeding gegeven. Dat wil hij toch onder de aandacht van het college
brengen. Hij refereert hierbij ook aan de bibliotheek.
Wethouder Prince antwoordt, dat de leidsters die al jarenlang in het peu-
terspeelzaalwerk meedraaien een jarenlange ervaring hebben en zij hebben
in die jaren cursussen doorlopen, waardoor ze het werk nog beter kunnen
doen. Spreker zou niet willen zeggen dat de vrijwilligsters in de biblio
theek geen cursussen hebben gevolgd of geen ervaring hebben. Wat dat be
treft kan hij heel goed het raadslid Valk meedenken. En met dit punt van
aandacht moet misschien in de komende jaren toch wel rekening worden gehou
den.
De voorzitter wil de raad toch even wijzen op het behandelde agendapunt,
waarbij het gemeentebestuur taakstellend zat om te buigen. De bomen groei
en nu eenmaal niet de hemel in.
-32-