heeft de randgemeenten nodig voor een grotere draagkracht en voor natuur en recreatie; de randgemeenten hebben de grote stad nodig voor centrumvoorzie ningen, onderwijs, cultuur en werkgelegenheid. Deze wederzijdse erkenning is in de onderhavige rapportage voortreffelijk verwoord en daar verdient ze de volle aandacht in de verdere besluitvorming. Het komt er nu op aan om die samenwerkingsgedachte in daden om te zetten. Het bericht in De Stem van 26 juni van staatssecretaris De Graaf-Nauta geeft het CDA hoop en vertrou wen, dat de regionale samenwerking voor grootstedelijke gebieden van het rijk uit een positieve benadering krijgt. Initiatieven van de regio's wor den dan ook ondersteund en dat Breda mogelijk aan de zeven reeds aangewezen grootstedelijke gebieden toegevoegd gaat worden stemt zijn fractie tot te vredenheid. Breda en het merendeel van de randgemeenten stemmen in met de ideeën van het voorliggende rapport, dat naadloos aansluit op de ideeën van de staatssecretaris. Natuurlijk ziet hij de verdere uitwerking van taken en over te dragen bevoegdheden naar een mogelijk regiobestuur tegemoet. Naar zijn mening zal tevens genuanceerd omgegaan moeten worden met het afstaan van bevoegdheden. De gemeente blijft immers de bestuursvorm die het dichtst bij de burger staat en dat mag best wel eens beklemtoond worden. Omtrent de verdere uitwerking van de bestuurlijke vorm van de regio wil hij opmerken, dat een enkelvoudige meerderheid van de centrumstad in de regio raad voorkomen moet worden. Dat Oosterhout, Etten-Leur en Rijsbergen zich nog niet geschaard hebben aan deze rapportage ligt feitelijk gezien in het traditionele besturen van gemeenten. Het afstaan van bevoegdheden staat eigenlijk nu pas volop in discussie. Nu rijk en provincie de stadsregio's positief gaan benaderen zullen deze gemeenten in tweede termijn mogelijk wel een herkansing krijgen en deze ook willen aangrijpen. Het was te voorzien dat de commissie Konijnenbelt het niet zou halen en er is een afspraak gemaakt, dat de gemeentesecretarissen zich zullen buigen over een alternatief voor een nieuwe vorm van regionale samenwerking. Breda is wat te gretig en te paniekerig en moet Oosterhout en Etten-Leur wat tijd geven om mee te gaan met de stadsregio-gedachte. Breda moet ook niet de problematiek van wonen en bedrijvenlokaties dan maar afwentelen op de randgemeenten vanwege de vermeende ruimtenood. Het CDA stelt het op prijs, dat Teteringen op voet van gelijkwaardigheid met Breda kan onderhandelen om de echte ruimtenood op te lossen, voor zover Teteringen dit kan. De Positio neringsnota geeft de richting aan, op welke lokaties Teteringen iets kan doen voor de regio. De echte ruimtenood moet nog nader bekeken worden door de stadsgewestelijke ruimtelijke-ordeningswerkgroep. Want ook Breda heeft gebieden, die zijn fractie niet bij voorbaat uitsluit voor bewoning of be drijven, bijvoorbeeld de Rit. de Haagse Beemden ten noorden, het kazerneter rein. Het kan zijn, dat het schier onmogelijk is om daar te bouwen vanwege het struktuurplan van Breda, maar ook Teteringen en andere gemeenten hebben een struktuurplan; wat dat betreft ziet hij graag, dat Breda niet voorop loopt. Teteringen heeft in ieder geval aan te bieden een klein, hoogwaardig bedrijventerrein en er zijn mogelijkheden om een aantal woningen te bouwen; zelfs is er ruimte voor een golfterrein. Hij vindt, dat Breda dat heel goed in haar oren moet knopen. Volgens het CDA is er goede samenwerking mogelijk tussen Breda en de randgemeenten. Zijn fractie heeft daar vertrouwen in, maar wil absoluut niet hebben dat Breda met twee monden gaat spreken: ener zijds voor samenwerking en anderzijds over een annexeringsgedachte in de richting naar Gedeputeerde Staten. Hopelijk heeft het college de mogelijk heid om dit nog eens in bestuurlijk overleg onder woorden te brengen. Raadslid Braat zegt, dat minister Dales en staatssecretaris De Graaf-Nauta eergisteren plannen hebben gepresenteerd voor de nieuwe stedelijke gebieds- autoriteiten, waar zeven stadsregio's in het komend decennium naar toe zul len groeien. Breda is daar overigens niet bij. Op termijn zal zo'n zelfstan dige gebiedsautoriteit met gekozen bestuurders de kleinere gemeenten in de regio het bestaansrecht kunnen ontnemen. Maar de bewindspersoon, die dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 8