gemeente teteringen
Raadsvergadering dd. 17 oktober 1991.
Agendapunt 8.
Voorstel tot het sluiten van een gewijzigde bestuursovereenkomst met de gemeen
ten Baarle-NassauChaam, Nieuw-Ginneken en Prinsenbeek inzake de subsidiëring
in de regionale kosten van de Regionale Stichting Welzijn Ouderen, onder ge
lijktijdige intrekking van de bestuursovereenkomst, zoals die werd vastgesteld
op 29 juni 1989.
Aan de raad,
Inleiding
Sinds 1980 werkt de Stichting Welzijn Ouderen in de gemeente Nieuw-Ginneken,
Chaam, Baarle-Nassau, Teteringen en Prinsenbeek.
De deelname van meerdere gemeenten in dit project gecoördineerd ouderenwerk
heeft een inhoudelijke grondslag: een dergelijk project op professionele basis
moet voldoende draagvlak hebben. In dit geval betekent dat: voldoende personen
"in de derde levensfase".
Om die reden was het slechts bij deelname van meerdere gemeenten mogelijk om
voor een bijdrage in aanmerking te komen, aanvankelijk van het Rijk, later
(vanaf 1 januari 1985) van de provincie.
Met ingang van 1 januari 1987 is de situatie gewijzigd. Met het inwerking tre
den van de Welzijnswet per die datum valt het gecoördineerd ouderenwerk onder
de directe verantwoordelijkheid van de gemeente. Voor de financiering betekent
dat het volgende: elke deelnemende gemeente ontvangt rechtstreeks van het Rijk
gelden waarvan het gecoördineerd ouderenwerk betaald kan worden. Dit geld was
tot 1989 "geoormerkt"; daarna is het zonder oormerking gestort in het gemeente
fonds.
Deze verandering was aanleiding om de Subsidieverordening Welzijn Ouderen te
herzien. Als resultaat daarvan is door uw raad op 29 juni 1989 met eerder ge
noemde gemeenten een bestuursovereenkomst aangegaan ter subsidiëring van de
regionale kosten van het gecoördineerd ouderenwerk, uitgevoerd door de Stich
ting Welzijn Ouderen te Bavel.
Vooral op initiatief van de gemeente Prinsenbeek dient deze bestuursovereen
komst te worden herzien.
De gewijzigde bestuursovereenkomst
Deze bestuursovereenkomst wijkt op één onderdeel af van de eerder afgesloten
overeenkomst. Het gaat hier om artikel 6. In artikel 6.1 staat in de voorlig
gende versie expliciet vermeld dat de gemeenten elk voor zich bepalen of en
hoe de plaatselijke activiteiten worden bekostigd.
Teteringen, 8 oktober 1991.
-32-