2. Gebruik door leden van een huishouding wordt aangemerkt als gebruik door het hoofd van die huishouding. Voor de toepassing van dit artikel wordt een samenwoning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, letter d, van het Besluit bevolkingsboekhouding met een huishouding gelijkgesteld. Artikel 5. Maatstaf van heffing en tarief 1. De belasting bedraagt per belastingjaar 208,50 per perceel. Artikel 6. Tijdstip van ontstaan van de belastingschuld Wijze van heffen 1. De belastingschuld ontstaat bij de aanvang van het belastingjaar of, indien het gebruik van een perceel in de loop van het belastingjaar aanvangt, op de eerste dag van de maand van aanvang van dat gebruik. 2. De belasting wordt bij wege van aanslag geheven. Artikel 7. Tijdstip van betaling De belastingaanslagen zijn een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet in twee termijnen invorderbaar. HOOFDSTUK III ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 8. Belastingjaar Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 9. Aanslag belastingplicht in de loop van het belastingjaar Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, wordt de heffing, bedoeld in artikel 5, geheven over zoveel twaalfde gedeelten als na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden in het belasting jaar overblijven. Artikel 10. Ontheffing in geval van beëindiging van de belastingplicht in de loop van het belastingjaar Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt ont heffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten van het ingevolge het artikel 5 berekende bedrag, als na het tijdstip van de beëindiging van de belasting plicht nog volle kalendermaanden overblijven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 12