I 7Voorstel tot het in gebruik geven van een paardestal en een perceeltje grond Raadslid Van de Kreeke merkt op, dat er weer een eigenaar van een stukje onroerend goed in het bestemmingsplan De Haenen een beroep op de gemeente doet om onroerend goed te mogen verkrijgen gedurende een tijdje, om niet oftewel voor niets. Betrokkene doet dit, omdat hij meent dat het gemengd zakelijk gebruik is van dit onroerend goed. Toch zou volgens spreker de gemeente in haar recht staan wanneer zij in dit geval zou zeggen, dat de zaak ontruimd moet worden op tijden, die eigenlijk al eerder zijn overeen gekomen. In de commissie heeft zijn fractie echter al gezegd, dat het 'dorps schikken' ook best een aardige zaak kan zijn, het heeft ook zo zijn charme. Daarom wil hij niet moeilijk doen over dit voorstel, maar hij vraagt zich wel af of dit nu de laatste keer is, dat er inzake het bestem mingsplan De Haenen verzoeken komen om stukken grond die aan de gemeente toebehoren te mogen gebruiken gedurende een X tijd, zonder dat daar enige financiële tegemoetkoming tegenover staat. Raadslid Van Hooydonk-Rijken zegt, dat dit een hobbel is waar men tegen aanloopt bij de realisering van dit bestemmingsplan, een onvolkomenheid, waarbij het college geen enkele blaam treft. De Dorpsgemeenschap is dan ook blij dat het college tot een voor beide partijen bevredigende, binden de oplossing is kunnen komen. Haar fractie steunt daarom graag dit voor stel. Wethouder Verstegen antwoordt, dat de gemeente over deze zaak juridische informatie heeft ingewonnen. Het advies was om het op de desbetreffende wijze te schikken, hetgeen dan voor beide partijen het meest wenselijke bleek. In de commissie heeft spreker gezegd dat het een heel andere zaak was geweest, wanneer het onderhavige stuk grond binnen de gestelde termijn voor bouw in aanmerking zou zijn gekomen. Gezien het juridisch advies, het belang voor de gemeente en de overeenkomst met de betrokken familie heeft het college voor deze oplossing gekozen om alle moeilijkheden weg te nemen. De voorzitter vult nog aan in de richting van raadslid Van de Kreeke, dat het college hoopt en vertrouwt dat dit de laatste keer is geweest, dat om niet iets uitgegeven wordt, maar dat telkens dit om niet uitgeven geen kwestie was van een dorpse oplossing, zomaar even schikken, maar van zelf de juridische mogelijkheden in de hand blijven houden om over gemeente eigendom te kunnen blijven beschikken. In het eerste geval zou het een heel groot karwei zijn geweest om de grond die aan een agrariër in pacht was gegeven weer terug te krijgen op het moment, dat de gemeente die weer nodig had. De kosten daarvan zouden dan hoger zijn dan het om niet verwer ven en ook in dit geval zouden zonder enige twijfel de kosten om dit juri disch uit te vechten aanmerkelijk hoger zijn geweest dan bij deze oplos sing, waarbij is gekozen voor het om niet uitgeven. Juist dat - en niet het zoeken van een 'dorpse minnelijke schikking' - was de reden om de raad dit voorstel te doen. Raadslid Van de Kreeke vindt, dat het college in zijn algemeenheid wel ge lijk heeft, maar van de andere kant is het ook mogelijk om altijd voor een tijdelijke termijn iets te verhuren zonder problemen of zonder dat daaraan voorwaarden verbonden zijn, die in het nadeel van de gemeente zouden kun nen zijn, als het altijd maar aan een tijdelijke termijn gebonden is. Van daar dat hij dit ook een dorpse schikking vindt en het zou toch niet zo schrikbarend duur zijn om vrij snel van een notaris te horen te krijgen, dat het laatste beschikkingsrecht het enig juiste beschikkingsrecht is en dat een gemengd zakelijk recht dat eerder afgesloten is, daarop dan niet meer van toepassing is. De voorzitter onderbreekt. Het advies van de notaris luidde juist andersom Raadslid Van de Kreeke maakt hieruit op, dat er dan toch verschillende meningen zijn bij notarissen. - 6 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 6