artikel 2
a. De tekst van artikel D 17, lid 1 wordt als volgt gewijzigd:
"Bij non-activiteit zoals bedoeld in artikel 125 c, lid 1 AW bestaat geen
recht op doorbetaling van de bezoldiging en vakantietoelage".
b. In de tekst van artikel D17, lid 2 worden de woorden "als bedoeld in lid 1"
vervangen door: "als bedoeld in artikel 125 c, tweede lid, Ambtenarenwet
1929".
artikel 3
a. Artikel E16, lid 1 (nieuw, E13a, lid 1, oud) komt als volgt te luiden:
De gewezen ambtenaar, die onmiddellijk voorafgaande aan zijn ontslag, niet
zijnde een ontslag op grond van artikel H12a, etc.
De huidige tekst van artikel E17 wordt vernummerd tot artikel E17, lid 1,
en hieraan wordt een nieuw lid 2 toegevoegd, luidende:
2. Dit artikel vindt geen toepassing op de gewezen ambtenaar, die is
ontslagen op grond van artikel H12a.
b. In artikel E19 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1. De gewezen vrouwelijk ambtenaar, wier bevalling waarschijnlijk is,
onderscheidenlijk plaatsvindt binnen vier maanden na haar ontslag, ontvangt
een zwangerschaps- en bevallingsuitkering ten bedrage van haar laatstelijk
genoten bezoldiging overeenkomstig het bepaalde in artikel E27, leden 2, 3
en 4.
De laatste alinea van lid 2 wordt gewijzigd in:
De in artikel E16 genoemde termijnen worden geacht aan te vangen op de dag
na die, waarop de uitkering als bedoeld in lid 1 eindigt.
Deze bepaling is daarmee in overeenstemming met artikel 29, lid 11, van de
Ziektewet gebracht.
artikel 4
a. Achter artikel F3 komt het woord "vervallen" te staan.
b. Aan artikel F12 wordt een nieuw lid 2 toegevoegd, luidende:
De ambtenaar is verplicht, indien hij daartoe door burgemeester en wethou
ders wordt aangewezen, taken te verrichten in het kader van de Rampenwet
(Stb 85, 88)
De leden 2 en 3 worden vernummerd tot 3 en 4; in beide leden wordt na de
woorden "lid 1" toegevoegd "of lid 2".
c. Artikel F17, lid 3 wordt als volgt aangepast:
Het is de ambtenaar verboden om bij gekleed gaan in uniform insignes of an
dere onderscheidingstekens of in dienst uniformkledingstukken te dragen,
een en ander voor zover die niet van gemeentewege zijn verstrekt of voorge
schreven of tot het dragen waarvan niet door burgemeester en wethouders
vergunning is verleend. Dit verbod is niet van toepassing ten aanzien van
ordetekenen tot het aannemen of dragen waarvan door het wettig gezag verlof
is verleend.