Machtiging tot overdracht van bevoegdheden
Artikel 14
Burgemeester en wethouders kunnen een of meer gemeente-ambtenaren aanwijzen,
die in hun plaats treden met betrekking tot de uitvoering van enige wettelijke
bepaling betreffende de heffing en invordering van deze belasting.
Verzending aanslagbiljetten
Artikel 15
Burgemeester en wethouders kunnen bepalen, dat voor de terpostbezorging of uit
reiking van aanslagbiljetten, ingevolge artikel 8, eerste lid, van de Invorde-
ringswet 1-990, voor de op grond van artikel 127a van de gemeentewet aangewezen
ambtenaar, een andere gemeente-ambtenaar in de plaats treedt.
Nakoming van verplichtingen
Artikel 16
De verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 50 en 51 van de Algemene wet in
zake rijksbelastingen en in de artikelen 58 en 61 van de Invorderingswet 1990
gelden mede jegens de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren
van de gemeentelijke belastingen.
Betalingstermij n
Artikel 17
De belastingaanslagen zijn invorderbaar in één termijn, welke vervalt op de
laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het
aanslagbiljet is vermeld.
Strafbepaling
Artikel 18
Overtreding of niet-nakoming van het bepaalde in artikel 14 van deze verorde
ning wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.
Datum van inwerkingtreding, overgangsbepalingen en citeertitel
Artikel 19
1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1992.
2. Met ingang van die datum vervalt de Verordening op de heffing en invorde
ring van een belasting op honden 1990 van 21 december 1989, goedgekeurd bij
koninklijk besluit van 22 maart 1990 nr. 90007075 (sedertdien gewijzigd),
met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten
die zich voordien hebben voorgedaan.
3. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening hondenbelasting
1992".