c. indien gedeelten van de in onderdeel a of b bedoelde eigendommen - ande re dan de gedeelten van een onroerende zaak bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel b - blijkens hun indeling zijn bestemd om als een afzon derlijk geheel te worden gebruikt: elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als een geheel worden gebruikt, die als zodanig gebruikte gedeelten als één on roerende zaak worden aangemerkt; d. indien twee of meer van de in onderdeel a, b of c bedoelde eigendommen of gedeelten van zodanige eigendommen bij eenzelfde belastingplichtige in gebruik zijn en naar maatschappelijke opvatting bij elkaar behoren: een zodanig samenstel; e. indien een gedeelte van een onroerende zaak bedoeld in onderdeel a, b, c of d, buiten de gemeente is gelegen: het binnen de gemeente gelegen ge deelte 2. Onder aanhorigheden worden verstaan: gebouwde en ongebouwde eigendommen of gedeelten van zodanige eigendommen behorende bij en in gebruik zijnde met een gebouwd eigendom, een ongebouwd eigendom of een gedeelte van een zoda nig eigendom, voor zover die eerstbedoelde eigendommen, naar de omstandig heden beoordeeld, dienstbaar zijn aan dat gebouwde eigendom, dat ongebouwde eigendom of dat gedeelte. 3. Onder ondergrond wordt verstaan: de grond onder een gebouwd eigendom, daar onder begrepen een gebouwde aanhorigheidindien en voor zover degene die van die grond het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft, dezelfde is als degene aan wie van dat gebouwde eigendom het genot krach tens eigendom, bezit of beperkt recht toekomt. Artikel 3 Maatstaf van heffing 1. Maatstaf van heffing is de waarde in het economische verkeer van de onroe rende zaak. 2. De waarde in het economische verkeer wordt bepaald op de waarde die aan de onroerende zaak dient te worden toegekend indien de volle en onbezwaarde eigendom daarvan zou kunnen worden overgedragen en de verkrijger de zaak in de staat waarin het zich bevindt, onmiddellijk en in volle omvang in feite lijk gebruik zou kunnen nemen. 3. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid wordt de waarde in het econo misch verkeer van een onroerende zaak, waarvoor redelijkerwijs geen verkrij ger kan worden gevonden die de zaak zou willen verwerven tegen een bedrag dat in redelijke verhouding staat tot de vervangingswaarde en die de zaak overeenkomstig het tweede lid in gebruik zou willen nemen met inachtneming van de aard en de bestemming daarvan, gesteld op de vervangingswaarde. 4. Bij de bepaling van de vervangingswaarde wordt rekening gehouden met de technische en de functionele veroudering die zijn opgetreden sedert de stichting van de zaak, waarbij de invloed van latere wijzigingen mede in aanmerking wordt genomen. 5. Als een onroerende zaak bedoelde in het derde lid wordt in ieder geval aan gemerkt de onroerende zaak die naar zijn specifieke aard en inrichting is bestemd om te worden gebruikt ten behoeve van: a. de openbare dienst door organen, instellingen en diensten van publiek rechtelijke rechtspersonen; b. de opwekking, de produktie, het transport of de distributie van energie en energiedragers, alsmede de winning het transport of de distributie van water; c. de zuivering van riool- en ander afvalwater; d. de winning van delfstoffen; e. het geven van onderwijs; f. de verzorging van zieken, gebrekkigen of bejaarden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 96