6. Bij de toepassing van het bepaalde in de voorgaande leden blijft buiten aan
merking de waardeverhogende invloed van de bouw, daaronder begrepen verbou
wing of verbetering, van een onroerende zaak, zolang die bouw nog niet is
voltooid of geen voltooiingsverklaring is afgegeven, dan wel zolagn die
onroerende zaak nog niet is gereedgekomen voor feitelijk gebruik overeenkom
stig de bestemming die met de bouw wordt beoogd.
7. Indien met betrekking tot een onroerende zaak een gebouwd eigendom geheel
wordt verbouwd, gepaard gaande met gedeeltelijke afbraak en met herbouw,
een en ander van een zodanige omvang dat naar maatschappelijke opvatting
met die verbouwing de stichting van een geheel nieuw of een nagenoeg geheel
nieuw gebouwd eigendom wordt beoogd, wordt voor de duur van de verbouwing
de waarde van dat gebouwde eigendom buiten aanmerking gelaten.
8. Indien de bouw, verbouwing of verbetering zover is gevorderd dat een
gedeelte daarvan is gereedgekomen voor feitelijk gebruik overeenkomstig de
bestemming, is het bepaalde in het zesde onderscheidenlijk het zevende lid
met betrekking tot dat gedeelte niet van toepassing.
Artikel 4 Waarde in het economisch verkeer
1. De waarde in het economische verkeer is die op 1 januari 1992 en vervolgens
die op een tijdstip dat telkens 5 jaren later valt. Deze waarde vindt toe
passing voor elk belastingjaar vallende in een tijdvak van 5 achtereenvol
gende jaren. Dit tijdvak vangt aan op het tijdstip, dat één jaar later valt
dan het tijdstip bedoeld in de eerste volzin.
2. Indien de waarde in het economische verkeer tussen het tijdstip bedoeld in
de eerste volzin van het eerste lid en het begin van het belastingjaar
wijziging ondergaat als gevolg van hetzij bouw, verbouwing, verbetering of
afbraak hetzij verandering van bestemming is, in afwijking van de eerste
volzin van het eerste lid, de waarde die, welke in aanmerking zou zijn ge
nomen indien die bouw, verbouwing, verbetering, afbraak of bestemmingsver-
andering zijn beslag had gekregen op het eerstbedoelde tijdstip.
Artikel 5 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 6 Belastingtarieven
1. Voor elke volle 3.000,van de waarde in het economische verkeer bedraagt
a. de gebruikersbelasting 2,80;
b. de eigenarenbelasting 3,58.
2. Het bedrag van de belasting wordt per belastingaanslag naar beneden afge
rond op gehele guldens.
3. Belastingaanslagen van minder dan 20,worden niet opgelegd.
4. Voor de toepassing van het bepaalde in het derde lid wordt het totaal van
de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen onroerend-goedbelastingen of
andere heffingen aangemerkt als één belastingaanslag.
Artikel 7 Vrijstellingen
1. Behoudens het bepaalde in het tweede lid worden de belastingen niet geheven
ter zake van:
a. gebouwde eigendommen, met inbegrip van de ondergrond en van hun gebouwde
en ongebouwde eigendommen, met inbegrip van de ondergrond en van hun