IV. RESULTATEN
De in hoofdstuk III. aangegeven werkwijze heeft geleid tot een volledig
werkprogramma, waarin op alle onderdelen is aangegeven of en zo ja binnen
welk kader wordt samengewerkt. Bovendien geeft het per produkt aan welke
hoeveelheid van dat produkt in het aangegeven jaar gerealiseerd of in ie
der geval aangepakt zal worden en welke kwantiteit de samenwerking zal om
vatten.
De werkprogramma's dienen door de onderscheiden gemeenten individueel en
separaat bij de NMP-subsidieaanvraag te worden ingezonden.
Op gelijke wijze zal binnen stadsgewestelijk verband gehandeld worden met
het uit de kaderplan-werkprogramma1s gedestilleerde regionale werkprogram
ma. Aldus wordt toegewerkt naar een systeem van een zoveel mogelijk geïn
tegreerde aanpak van de plaatselijke en regionale uitvoering van het
milieubeleid.
Het nu aan te vragen subsidie vormt een onderdeel van het deels via het
Bijdragenbesluit openbare lichamen WABM, deels via het gemeentefonds gere
gelde stelsel van financieringsstromen voor de uitvoering door de gemeen
ten van het NMP/NMP+. De voorwaarde, die aan het verkrijgen van het sub
sidie is gekoppeld, is drieërlei, te weten:
a. de gemeente moet tenminste een gelijk bedrag aan het subsidie voor
hetzelfde doel toevoegen uit de extra voor milieu geoormerkte gelden
uit het gemeentefonds;
b. om voor de (meegecalculeerde) 25% bonus in aanmerking te komen moet
bij de uitvoering regionaal worden samengewerkt; en
c. de gelden moeten worden ingezet ter financiering van de, al dan niet
via de MTS-SB in te huren, personele capaciteit die nodig is voor de
uitvoering van de in het werkprogramma aangegeven milieutaken.
Het door ons college vastgestelde concept-ontwerpwerkprogramma is, over
eenkomstig de ter zake geldende eisen, om advies voorgelegd aan de regio
naal inspecteur milieuhygiëne en ter kennis gebracht van Gedeputeerde
Staten.
In de aanvraag is onder rubriek 4 aangegeven welke financiële consequen
ties het aangegeven werkprogramma heeft. In hoofdzaak betreft dit de kos
ten van de benodigde personele capaciteit.
De financiële gevolgen kunnen als volgt worden weergegeven.
Benodigde formatiecapaciteit
uren volgens werkprogramma 3536
Aanwezige capaciteit
1 formatieplaats 1360 uur
uren in het kader van de milieu
technische samenwerking 400
V. ADVIES
onderbezetting
1760
1776 uur
Maatregelen ter bevordering van de juiste capaciteit
uitbreiding met 1 medewerker
uitbreiding dienstverlening Milieudienst (1000 uur
i.p.v. 400 uur)
1360 uur
600 uur
1960 uur
-39-