I
De Raad der Gemeente Teteringen;
gezien het schrijven dd.25/11-1991 van het Algemeen Bestuur van het Instituut
Ziektekostenvoorziening voor Ambtenaren (IZA) ten behoeve van het personeel
in dienst der gemeenten in Noord-Brabant, inzake wijziging van de IZA-
regeling Noord-Brabant;
(gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 21 januari 1992;
gelet op zijn besluit d.d. tot het aangaan van c.q. de toetreding
tot de IZA-regeling Noord-Brabant, en mede gelet op het bepaalde in artikel
40, eerste lid, der regeling;
de IZA-regeling Noord-Brabant als volgt te wijzigen:
In hoofdstuk II worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1. In artikel 3, sub c, wordt tussen de woorden "deelnemer," en "die"
tussengevoegd het zinsdeel "danwel de daarmee gelijk te stellen
achterblijvende (niet-gehuwde) relatiepartner" en tussen de woorden
"onder a. 1 en 'kan' wordt tussengevoegd "respectievelijk onder b.".
Deze bepaling komt dus te luiden als volgt:
c. de voor weduwen- of weduwnaarspensioen in aanmerking komende
weduwe of weduwnaar van de onder a. en b. bedoelde deelnemer,
dan wel de daarmee gelijk te stellen achterblijvende niet-gehuwde
relatiepartner, die op de dag van overlijden van de deelnemer
als gezinslid, bedoeld in artikel 9, lid 1, onder a. respectieve
lijk onder b. kan worden aangemerkt en schriftelijk binnen drie
maanden na het overlijden aan de secretaris van het instituut
te kennen geeft dat zij, respectievelijk hij, in aansluiting
op de dag van overlijden onder volledige aanvaarding van deze
regeling deelnemer wenst te worden;
2. In artikel 4, eerste lid, onder a. wordt het zinsdeel "enig openbaar
lichaam of van een lichaam als bedoeld in artikel B3 van de Algemene
burgelijke pensioenwet werkzaam is, een en ander in zover deze
lichamen bij wet of van gemeentewege zijn ingesteld of aangewezen
tot het dienen van gemeentelijke belangen" vervangen door "een
publiekrechtelijk lichaam als bedoeld in artikel BI van de Algemene
burgerlijke pensioenwet of van een privaatrechtelijk lichaam als
bedoeld in artikel B3 van de Algemene burgerlijke pensioenwet werkzaam
is, een en ander voor zover deze lichamen mede een gemeentelijk belang
dienen"
3. In artikel 4, tweede lid, onder a. en onder b. wordt het woord
"openbaar" vervangen door het woord "publiekrechtelijk".
1
i
BESLUIT:
Artikel I