bedrag van 9 cent absoluut niet onoverkomelijk, maar het is haar fractie
nog steeds niet duidelijk wat het voordeel is van verlenging van dit experi
ment met een half jaar.
Raadslid Brounts vindt dat haar fractie dit voorstel moet ondersteunen om
twee redenen; ten eerste denkt de Partij van de Arbeid dat het niet zo is,
dat dit soort problemen niet in Teteringen zou voorkomen en wel in andere
gemeenten - ze hoopt het niet, maar ze denkt dat ook mensen uit Teteringen
hiervan gebruik zullen maken - en bovendien vindt haar fractie het juist,
dat ook kleine gemeenten en gemeenten in de regio meedoen aan deze "grote-
stads-voorziening"
Raadslid Van Casteren merkt op, dat zijn fractie aanvankelijk nogal scep
tisch stond tegenover dit voorstel. Breda wil graag een grote stad zijn
en daarbij hoort grootstedelijke problematiek. En dan gaat het niet aan om
deze grootstedelijke problematiek dan maar af te wentelen op de randgemeen
ten. De ambtenaar heeft zijn fractie in de commissie ervan overtuigd, dat
ook belangen van randgemeenten hier aan de orde kunnen zijn. Zijn fractie
gaat dan ook akkoord met dit voorstel, mits alle randgemeenten akkoord gaan
en voor de duur van het project. Hierbij tekent hij het volgende aan. Deze
voorzieningen roepen een eigen behoefte op en er moet worden gewaakt voor
het creëren van weer een nieuw instituut met staf, bezetting enzovoort.
Raadslid Valk zegt, dat zijn fractie het voorstel ondersteunt. Het CDA vindt
het een goede zaak, dat het Samenwerkingsverband een regionale functie gaat
vervullen. Na dit experiment moet het project zijn bestaansrecht hebben be
wezen, hierin steunt hij raadslid Van Casteren. Er moet geen project gestart
worden omwille van het project, maar om te bekijken of het werkelijk nodig
is. Het is goed, dat met de stad ook de dorpen eromheen een stukje van de
last mee dragen.
Wethouder Prince antwoordt, dat er bij de VVD toch een klein misverstand
heerst. Het experiment is een initiatief van de gemeente Breda, die het be
drag van 150.000,had uitgetrokken voor een experiment van 2^ jaar; dat
was de beginsituatie. Breda heeft aan het Samenwerkingsverband Opvang Stads'
gewest Breda gevraagd te bezien of dat wel haalbaar was en of men dat ten
uitvoer kon brengen. Het Samenwerkingsverband heeft bij de begroting opge
merkt, dat er dan toch een bedrag van circa 11.000,te kort gekomen zou
worden. Men heeft toen de keuze gemaakt om voor dit bedrag een beroep te
doen op de stadsregiogemeenten. Het college wil dit verzoek ondersteunen op
voorwaarde, zoals raadslid Van Casteren opmerkte, dat alle stadsregiogemeen'
ten daaraan meedoen. Evenals de VVD meent hij, dat de regiogemeenten een
handreiking kunnen doen aan Breda. Men zou vraagtekens kunnen zetten bij de
procedure die gevolgd is; misschien hadden de regiogemeenten hier eerder
bij betrokken moeten worden. Maar het is de keuze geweest van het Samenwer
kingsverband om daar ook de regiogemeenten bij te betrekken.
Hij is het eens met raadslid Brounts, dat dit probleem ook in een gemeente
als Teteringen zou kunnen spelen.
Wat betreft de opmerking van raadslid Van Casteren, dat er geen behoefte
gecreëerd moet worden: men zit dan met het moeilijke vraagstuk, dat er een
verband bestaat tussen de behoefte aan en de aanwezigheid van voorzieningen
Als die aanwezig zijn zal dat de behoefte stimuleren, en dat zou jammer
zijn. Het college denkt dan ook, dat voorzichtigheid geboden is bij het
creëren van voorzieningen. Van de andere kant is uit het onderzoek al ge
bleken, dat de behoefte direct aanwezig is en juist om te voorkomen, dat er
een beroep gedaan wordt op opvangvoorzieningen die duurder zijn en die nu
zorgen voor opvang van passanten puur voor nachtverblijf, moet daarvoor een
aparte voorziening worden gecreëerd. Het bestaansrecht staat al verwoord in
het voorstel: na afloop van het experiment zal het project zijn bestaans
recht bewezen moeten hebben om te worden gecontinueerd. Aldus luidt zijn
antwoord aan raadslid Valk.
-10