In tweede termijn komt raadslid Van Hasselt-Blankers op de kwestie terug. Natuurlijk staat haar fractie positief tegenover het voorstel, Maar als zij het goed heeft begrepen in de commissie en uit de stukken, dan gaat het ex periment altijd door. Wanneer de randgemeenten niet meedoen dan duurt het experiment 2 jaar en wanneer ze wel meedoen kan het uitgebreid worden tot 2X jaar. Is dat zo? Raadslid Van de Kreeke vraagt of zo'n voorstel teruggedraaid kan worden, wanneer een gemeente niet meedoet aan het experiment, want er is een 'mits' ingebracht, dat heeft hij net van de Dorpsgemeenschap gehoord. Raadslid Van Casteren interrumpeert. Die 'mits' heeft zijn fractie niet in gebracht. Hij leest in het voorstel: 'op voorwaarde, dat alle gemeenten.... enzeen bedrag per inwoner beschikbaar stellen.' Raadslid Van de Kreeke beaamt dit. De Dorpsgemeenschap haalde dat aan uit het voorstel, de andere fracties niet. Maar is dat mogelijk, dat zo'n voor stel dan automatisch teruggedraaid wordt? Raadslid Valk is van mening dat er geen zaken gecreëerd moeten worden die niet nodig zijn. Voor hem is het kardinale punt: waarom heeft men niet een stukje subsidie gegeven aan bijv. het Leger des Heils, waar ook gezorgd wordt voor opvang van daklozen. Waarom moet er nu een nieuw project gecre- eerd worden? Wethouder Prince antwoordt raadslid Van Hasselt-Blankers, dat het project bedoeld is voor 2% jaar. Wanneer nu de randgemeenten niet meedoen zou het project teruggebracht moeten worden tot 2 jaar. Dat staat ergens in de begroting van het Samenwerkingsverband. Daar wil men dit project ook het liefst voor 2% jaar uitvoeren om een beetje reëel inzicht te krijgen in de werkelijke behoefte en om te bezien hoe de uitvoering uitpakt. Tot raadslid Valk zegt hij, dat het Samenwerkingsverband in deze geadviseerd is door het I.M.W. en ook door het Leger des Heils. Hij neemt dus aan dat deze laatste instelling hier graag mee instemt en er zeker bij betrokken is Een deel van de bestaande ervaring bij het Leger des Heils zal zeer zeker ingebracht worden, dat is hij met raadslid Valk eens. Aan raadslid Van de Kreeke geeft spreker ten antwoord, dat het bedrag van 9 cent per inwoner zeker omhoog zal moeten wanneer niet alle gemeenten mee doen, of het project zal moeten worden teruggebracht tot twee jaar. Wanneer het bedrag zou moeten stijgen, zal het Samenwerkingsverband met een nieuwe aanvraag terugkomen naar de regiogemeenten, die wel meedoen, zo neemt hij aan. Hoe dat financiëel gaat weet hij nu nog niet. De voorzitter zegt, dat de vraag van raadslid Van de Kreeke procedureel wat lastig is, want het college heeft dit niet aan de raad voorgelegd als ont snappingsclausule op het moment dat andere stadsregiogemeenten niet mee zouden doen, maar men heeft dit meer gezien als een stimulans naar andere stadsregiogemeenten om zich toch meer verplicht te voelen om ook hun bijdra' ge te leveren, zodat niet andere bijdragen weg zouden gaan vallen. Ook het verzoek luidde ongeveer zo en het college vindt dit een verstandig verzoek, omdat men wordt geconfronteerd met andere verzoeken die hier op lijken, en waaraan Teteringen wel meedeed en andere regiogemeenten niet, zodat het een ontzettend getrek gaat worden op een gegeven moment om iedereen weer in het gareel van medewerking, van subsidiëring te krijgen. En met name doelt spre ker hier op het Buddy-project. Daarom kan men veel beter vanaf het begin het element van solidariteit inbouwen. Maar het wil beslist niet zeggen, dat wanneer het project zou stranden omdat een gemeente om welke reden dan ook niet zou participeren, het college zou nalaten om de raad een ander voorstel te doen. Raadslid Van de Kreeke vindt dit een duidelijk antwoord. Hij heeft gerea geerd omdat De Dorpsgemeenschap de 'mits' ter sprake bracht. En toen dacht hij: als dat zo is, als men dat ook zou uitspreken, dan zou één gemeente een vetorecht hebben. Dat zou hij een jammerlijke zaak vinden. De voorzitter heeft de kwestie daarom uitgelegd. Het is er zeker niet om te -11

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 11