gemeente teteringen
De raad van de gemeente Teteringen;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders dd. 18 februari 1992;
gelet op artikel 168 van de gemeentewet;
BESLUIT:
vast te stellen de volgende "Verordening op het gebruik van standplaatsen in
Teteringen"
BEGRIPSBEPALINGEN
Artikel 1
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a. centrum
b. beheerder
c. woonwagen
d. standplaats
e. standplaats-
houder
een woonwagencentrum in de gemeente Teteringen als bedoeld
in artikel 2 van de Woonwagenwet
degene die in opdracht van burgemeester en wethouders is
belast met het beheer van standplaatsen;
een wagen als bedoeld in artikel 1 van de Woonwagenwet;
een als zodanig aangeduid en voor één woonwagen bestemd
gedeelte van het centrum met het/de zich daarop of daarin
bevindende voorzieningengebouw, installaties en overige
voorzieningen
degene die een standplaats heeft ingenomen op een centrum.
GEBRUIK VAN DE STANDPLAATS
Artikel 2
1. Op de standplaats mag uitsluitend worden geplaatst één woonwagen ter bewo
ning door de standplaatshouder(s)
2. De woonwagen dient te staan op de daarvoor door de beheerder aangegeven
situering op de standplaats.
Artikel 3
1. De standplaatshouder is verplicht te zorgen dat diens standplaats steeds
behoorlijk wordt onderhouden. Bij het onderhoud dienen de regelen en aanwij
zingen die terzake door de daartoe bevoegde instanties worden gegeven te
worden opgevolgd.
2. Het is de standplaatshouder verboden om:
a. de standplaats geheel of gedeeltelijk aan derden in huur of gebruik af
te staan;
b. in of op de standplaats enigerlei nering of bedrijf uit te oefenen of te
laten uitoefenen en/of goederen en/of afvalstoffen en dergelijke te heb
ben of op te slaan, welke betrekking hebben op de uitoefening van eniger
lei nering of bedrijf;