1
c. in of op de standplaats voorwerpen of stoffen aanwezig te hebben, welke
door gasvorming, brand- of explosiegevaar, gewicht, lawaai, hinderlijke
geur of op enigerlei andere wijze hinder of gevaar veroorzaken of kunnen
veroorzaken
3. Het is de standplaatshouder verboden om, zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van burgemeester en wethouders:
a. de woonwagen op de standplaats te verplaatsen of te laten verplaatsen;
b. in of op de standplaats aan of bij te bouwen, af te breken of enige
andere verandering aan te brengen dan wel zulks te laten gebeuren;
c. het dak van het voorzieningengebouw te betreden of te laten betreden;
d. de bij de standplaats behorende erfafscheiding te verwijderen, te
verplaatsen of anderszins te veranderen dan wel zulks te laten gebeuren;
e. in het voorzieningengebouw dieren te houden en/of gaten in de muren
daarvan te maken voor het in- en uitlaten van dieren dan wel zulks te
laten gebeuren;
f. de aanwezige bestrating van de standplaats te verwijderen of anderszins
te veranderen dan wel zulks te laten gebeuren.
4. Burgemeester en wethouders kunnen de in het derde lid bedoelde toestemming
weigeren dan wel daaraan voorschriften verbinden met het oog op het belang
of de belangen ter bescherming waarvan de toestemming is vereist.
5. De ingevolge dit artikel gevorderde toestemming is niet vereist in gevallen
waarin wordt gehandeld door, vanwege of in opdracht van het gemeentebestuur
van Teteringen.
VERLATEN VAN DE STANDPLAATS
Artikel 4
1. De standplaatshouder die voornemens is om de standplaats te verlaten is ver
plicht dit schriftelijk te melden bij burgemeester en wethouders. De mel
ding dient tenminste 30 dagen vóór de vertrekdatum plaats te vinden.
2. De standplaatshouder is verplicht om bij diens vertrek de standplaats zon
der gebreken en behoorlijk schoongemaakt achter te laten en alle sleutels
van kasten en deuren vóór het verlaten van de standplaats uitsluitend aan
de beheerder of diens gemachtigde en aan geen andere persoon ter beschik
king te stellen.
3. De standplaatshouder is tevens verplicht om bij diens vertrek ervoor te zor
gen dat, onverminderd het bepaalde in artikel 3, derde lid, de standplaats
in oorspronkelijke staat wordt achtergelaten.
Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat hiervan wordt afgeweken, on
der schriftelijke mededeling aan de standplaatshouder.
TOEGANG BEHEERDER/GEDOGEN WERKZAAMHEDEN
Artikel 5
1. De standplaatshouder is verplicht de beheerder op diens verzoek in de gele
genheid te stellen de standplaats op technische en/of andere gebreken te
controleren en de daartoe door de beheerder aangewezen functionaris in of
op de standplaats toe te laten.
2. De standplaatshouder is verplicht alle door de beheerder noodzakelijk ge
achte werkzaamheden in of op de standplaats te gedogen.