heldere conclusie naar het oordeel van de VVD vrijwel onmogelijk is gewor
den. Hij begrijpt dat Teteringen zich niet zal kunnen onttrekken aan deze
gecompliceerde constructie, maar de VVD-fractie zal met de grootst mogelij
ke tegenzin steun geven aan dit preadvies, omdat per definitie besluitvor
ming uitzicht moet geven op de effecten daarvan, zowel beleidsmatig als
financiëel. En dat uitzicht is voorshands onvoldoende aanwezig.
Raadslid Van de Kreeke zegt, dat de vorige hoofdonderwijzer van VROM, Ed
Nijpels, een Nationaal Milieubeleidsplan heeft gemaakt, welk plan is beke
ken door de nieuwe hoofdonderwijzer, de PvdA-er Alders. Deze heeft dit werk
stuk te mager bevonden, er een 'plus' aan toegevoegd en dat naar de gemeen
ten toegezonden. Naar aanleiding daarvan ligt er nu een voorstel, waarmee
de Partij van de Arbeid in ieder geval akkoord kan gaan, vooral omdat het
Nationaal Milieubeleidsplan ten doel heeft: verbetering van het milieu in
het algemeen. Het plan kent overigens een aantal goede doelstellingen zoals
die zijn neergelegd in het Kaderplan van Aanpak. Dat het rijk gemeenten in
deze moet stimuleren via het in het vooruitzicht stellen van financiële
middelen zegt eigenlijk heel wat over het milieubeleid van de gemeenten in
het algemeen.
De gemeente Teteringen zal ieder jaar een werkprogramma voor twee jaar moe
ten maken en alert moeten zijn dat dit werkprogramma ook uitgevoerd zal wor
den. De Partij van de Arbeid gaat ermee akkoord, dat voor 1992 de budgettai
re gevolgen hiervan ten laste van de algemene reserve worden gebracht. Er
van uitgaande, dat de uitbreiding van de personeelsformatie en de aanwezige
formatiecapaciteit volledig ten goede komen van werkzaamheden ten behoeve
van het Nationaal Milieubeleidsplan, vraagt zijn fractie zich af hoe hoog
het bedrag eigenlijk is, dat het voorliggend voorstel extra aan Teteringen
kost. Dus de totale extra kosten minus de totale subsidie op jaarbasis.
Raadslid Van Hooydonk-Rijken heeft eigenlijk weinig behoefte meer om nog
uitgebreid in te gaan op de inhoudelijke kant van het voorstel, ook al om
dat de twee vorige sprekers zich in dezelfde trant hebben uitgelaten. Wat
dat betreft is in beide commissievergaderingen veel aandacht besteed aan
het voorstel met bijbehorend werkprogrammaOnduidelijke regelgeving en fi
nanciële invulling alsmede de tijdsdruk waarin dit alles verpakt was, waren
de motieven voor De Dorpsgemeenschap om in eerste instantie zich van een
positief advies te onthouden. Echter, het door de Tweede Kamer aangenomen
Nationaal Milieubeleidsplan en het NMP+ zullen hun uitwerking dienen te
krijgen en daarbij is de medewerking van ieder, maar zeker van de gemeente
als lokale overheid, onontbeerlijk. Daarom kan haar fractie in grote lijnen
akkoord gaan met het voorstel.
Raadslid Adriaansen merkt op, dat het CDA inhoudelijk akkoord gaat met de
subsidieaanvraag met bijbehorend werkprogramma. Dit programma laat duidelijk
zien, dat niet alleen controle op de naleving van voorschriften zoals uit
voering Hinderwet, afvallozing e.d. heel belangrijk is, maar vooral het
feit dat een beter milieu dikwijls zijn oorsprong heeft bij de totstandko
ming van plannen op het gebied van ruimtelijke ordening, volkshuisvesting,
verkeer en vervoer. Deze in grote lijnen aan te merken als zogenaamde plus-
taken vraagt van elke gemeente veel tijd en extra geld. Desondanks is zijn
fractie geschrokken van de financiële consequenties van de uitvoering van
dit programma, doch het zal in de begroting moeten worden verwerkt, waarbij
naar zijn mening de belastingdruk onontkoombaar sterk zal toenemen. Ten aan
zien van de financiële dekking van de meerkosten milieu ad 100.000,
voor 1992 heeft het CDA haar bedenkingen. De mogelijke inkomsten van het
rijk zijn tijdens de commissievergaderingen reeds voor de begroting 1992
als inkomsten verwerkt, doch daarentegen heeft het college de daarbij ver
wachte milieu-uitgaven niet opgenomen. De motivering van het college, dat
dit tijdens de begrotingsbehandeling 1992 niet kon wegens het te laat bin
nenkomen van de circulaire van 4 september 1991 vindt zijn fractie niet
steekhoudend. De raad is gewend aan een zeer voorzichtig financieel beleid