om dan over een taxatiefout te spreken. Maar hij zegt de raad toe om binnen
enkele maanden te komen met een Voorjaarsnota, waarin deze zaken opnieuw
aan de orde worden gesteld. Daarbij zullen ook voorstellen worden gedaan om
de mankementen in de begroting 1992 zo goed mogelijk te repareren, zodat in
1993 ook inderdaad het voorgenomen beleid en het uit het NMP+ voortvloeien
de beleid zullen kunnen worden uitgevoerd. Op dit moment echter wordt een
besluit gevraagd voor 1992 en men gaat daarmee ook akkoord; maar het blijft
een moeilijke materie. Het college heeft er evenwel het volste vertrouwen
in, dat men samen met de medewerkers en met inschakeling van de M.T.S. deze
zaak tot een goed einde zal kunnen brengen. Want Teteringen heeft toch al
tijd nog een zekere naam op te houden op het gebied van milieu. In eerste
termijn hebben alle fracties dit voornemen ook uitgesproken.
Raadslid Braat wil in tweede termijn heel kort zijn: hij hoopt, dat de klas
over vier jaar slaagt.
Raadslid Van de Kreeke heeft in eerste termijn niet gezegd, dat dit van
bovenaf wordt opgelegd, zoals de wethouder zei, alleen maar, dat er kenne
lijk financiële prikkels nodig zijn om actief met een werkprogramma ten be
hoeve van het milieu te beginnen. En daarom is zijn fractie per saldo geluk
kig met deze ontwikkeling. Uit het antwoord van het college is in eerste
termijn duidelijk naar voren gekomen dat het de gemeente per saldo zo'n
55.000,extra zal gaan kosten. Dat is ongeveer 10,per inwoner. Bij
diverse gelegenheden is bij andere voorstellen in de raadzaal zo'n bedrag
per week omgerekend, en dan komt men op 20 cent. En dat is voor het milieu
een uitstekend bedrag om uit te geven.
Raadslid Hofland wil even terugkomen op hetgeen staat vermeld op blz39,
hoofdstuk 5: benodigde formatiecapaciteit. Er zijn 3536 uur nodig, aanwezig
is 1776 uur, daar doet men dan één man bij plus de uitbreiding van de Mi
lieudienst. Dan komt men nog 200 uur tekort. Maar bij de budgettaire gevol
gen wordt gezegd: we beginnen pas met ingang van 1 april. Dat is 9/12 x
1360 1020 uur, daarbij de milieudienst-man a 600 uur 1620 uur. Dan komt
men nog tekort, omdat er 1776 uur nodig zijn. De financiële consequenties
van 1020 uur bedragen 45.000, daarbij 50.000, dat is 95.000,
voor 1992. In het commentaar van de Inspectie volksgezondheid wordt gespro
ken over kosten voor uitvoering 1992 van 152.000,er is beschikbaar
22.000, dat is dan 130.000, In de commissie is al gezegd dat de
inspecteur kennelijk met een hoger niveau rekende dan de gemeente. Dat is
dan het salarisniveau, maar is dan ook de kwaliteit van de betreffende man
evenredig? Want het werk zal toch gedaan moeten worden. In 1993 wordt ge
sproken over 3800 uur, opgebouwd uit 2 formatieplaatsen en de m.t.s. van
1000 uur, 3720 uur. Dat kost 210.000, De inspecteur spreekt weer
over 191.000, de gemeente brengt zelf 34.000,in, dan resteert
155.000,Nogmaals, de verschillen vindt hij nogal frappant. Daarnaast
wil hij nog even aanhalen het verslag van de openbare commissievergadering:
van een overcapaciteit binnen de formatie zou naar het oordeel van de voor
zitter geen sprake zijn. Spreker is toch van mening, dat de voorjaarsnota
moet worden afgewacht om het voorstel goed te kunnen onderbouwen.
Raadslid Adriaansen wil de toezegging van het college nog even aanscherpen,
namelijk dat het Investeringsprogramma 1992 nog eens kritisch zal worden
bezien, met daaraan gekoppeld de opmerking, dat dit waarschijnlijk niet zo
veel succes zal hebben. Het CDA is toch wel onder de indruk gekomen van de
financiële consequenties van het milieuplan (dat door zijn fractie van har
te wordt ondersteund) voor wat betreft de begroting 1992 en volgende jaren.
Hierdoor zit de gemeente met een niet sluitende begroting en zal er serieus
gekeken dienen te worden naar de belangrijke investeringen op het Investe
ringsprogramma 1992. Die investeringen, die door de raad zijn aangenomen,
kunnen niet zonder meer gesteund blijven worden en het CDA wil daar zeer
zorgvuldig naar kijken. Deze opmerking wilde hij nog als toevoeging maken.
Overigens is hij verheugd over de toezegging van de Voorjaarsnota, waarin
-8-
