b. Het tweede argument is, dat in het ontwerp-streekplan een wijziging van de
stadsregio is opgenomen welke, indien het streekplan in juli van dit jaar
wordt vastgesteld, ingrijpende gevolgen heeft (kan hebben) voor de groei-
klasse-indeling van meerdere gemeenten met de daaraan gekoppelde richtgetal
len. In dit verband moet ook worden gewezen op de uitwerking van de stads
regio binnen de kaders van het streekplan. Gelet op de thans aanwezige bouw-
lokaties in de stadsregio gekoppeld aan de taakstellende woningbouw is het
dringend gewenst, dat een oplossing wordt gevonden over de vraag wéar de
woningen gebouwd kunnen worden. Lukt dit niet dan zal het verstedelijkings-
beleid in onze regio niet kunnen slagen en wordt de RVC voor het dilemma
geplaatst tussen de noodzaak van het bouwen van voldoende woningen (volks-
huisvestingsbelang) en het niet kunnen bouwen ervan op de planologisch juis
te plaats. Daarmee zou het door de RVC jarenlang gevoerde beleid behoor
lijk gefrustreerd kunnen worden.
c. Het derde argument is van meer praktische aard. Het voeren van de discussie
over de richtgetallen op zich kan, met het oog op de beleidsvormen, zeker
zijn waarde hebben. Nu het er echter naar uitziet dat deze discussie binnen
1 jaar qua resultaten moet worden overgedaan is het een kwestie van afwegen
van welke werkzaamheden door het secretariaat van de RVC het eerst moeten
worden opgepakt. Gelet op de enorme hoeveelheden werk die de invoering van
het BWS met zich meebrengt is alle aandacht nodig om, naast de realisering
van het bouwprogramma 1992 en de aktualisering van de lokale woningmarktge
gevens, inclusief de rapportage daarover (VIS), hieraan uitvoering te geven
Daar komt nog bij dat de planningslijsten dit jaar 4 maanden eerder moeten
worden ingediend.
Het bovenstaande en met name het gestelde onder punt b. biedt mogelijkheden
voor de gemeente Teteringen. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat bij de kwa
litatieve invulling door ligging van de gemeente in een VINEX-gebied in de toe
komst weer mogelijkheden voor de bouw van vrije-sector-woningen met een eenma
lige bijdrage bestaan.
Thans is voor onze gemeente het volgende planningskader vastgesteld:
jaartal 1993 1994 1995 1996
aantal woningen 27 24 22 22
Daarnaast wordt op grond van de meerjarenbegroting van de provincie en de ge
gevens van het in regionaal verband gehanteerde Volkshuisvestings Informatie
Systeem het volgende kwalitatieve differentiatievoorstel gedaan. Tussen socia
le koop en sociale huur is en blijft volledige uitwisseling mogelijk.
sociale huur 40%
sociale koop 30%
vrije sector 30%
Wellicht ten overvloede merken wij op, dat in het concept-raadsbesluit gespro
ken wordt over absolute aantallen woningen. Deze absolute aantallen worden in
het kader van de budgetsystematiek omgezet in budgetten. De budgetten worden
op grond van normeringen betreffende ontwikkeling bouwkosten en ontwikkelingen
in de rentestand vastgesteld. Het is vervolgens afhankelijk van ontwikkelingen
in het budgetjaar hoeveel woningen daadwerkelijk binnen het beschikbare budget
gerealiseerd kunnen worden.
-34-