-3- inachtneming van artikel 6- toegekende salarisschaal is vermeld achter het salarisnummer 0; b. wanneer hij jonger dan 21 jaar is, in de voor hem -met inachtneming van artikel 6- toegekende salarisschaal is vermeld achter het salarisnummer J en het getal dat overeenkomt met zijn leeftijd. 2Van het bepaalde in het vorige lid kan worden afgeweken door het toekennen van een hoger salaris, indien daartoe naar het oordeel van burgemeester en wethouders aanleiding bestaat. Artikel 8 1. Bij voldoende bekwaamheid, geschiktheid en ijver wordt het salaris van de ambtenaar binnen de salarisschaal periodiek verhoogd tot het naasthogere bedrag. 2. De verhoging van het salaris van de ambtenaar van 21 jaar en ouder, volgens het niveau, waarin hij is ingedeeld, geschiedt telkens nadat hij een jaar in het betreffende niveau heeft doorgebracht, tot het maximum daarvan exclusief de diensttijd uitlopen is bereikt. De verhogingen gaan in op de eerste januari 3. Voor de verhoging van het salaris van de ambtenaar, die in de loop van een kalenderjaar wordt aangesteld of bevorderd, wordt de tijd, die verlopen is van de dag van zijn aanstelling of bevordering tot de eerste januari daaraan volgend, voor een jaar gerekend. 4. De verhoging van het salaris van de ambtenaar beneden de leeftijd van 21 jaar naar zijn leeftijd geschiedt met ingang van de eerste januari van het jaar, waarin die hogere leeftijd wordt bereikt. De salariëring naar het minimum van het betreffende niveau geschiedt met ingang van de eerste januari van het jaar, waarin de 21-jarige leeftijd wordt bereikt. 5. a. Aan de ambtenaar, ingedeeld in een niveau waaraan diensttijduitlopen zijn verbonden, wordt de eerste diensttijduitloop toekend nadat hij 5 jaren het maximum van dat niveau heeft genoten. Indien deze datum valt na de eerste januari, wordt de diensttijduitloop toegekend met ingang van de eerste januari van dat jaar. b. De tweede diensttijduitloop wordt toegekend twee jaren na de eerste en de derde diensttijduitloop twee jaren na de tweede 6. De tijd gedurende welke de ambtenaar ingevolge wettelijke verplichting, als bedoeld in hoofdstuk C van het Algemeen Ambtenarenreglement, wordt geacht in zijn betrekking met verlof te zijn, wordt voor de toekenning van de periodieke verhoging als diensttijd in aanmerking genomen. Artikel 9. 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 8 kan indien het functioneren van de ambtenaar daartoe blijkens een beoordeling aanleiding geeft: a. de ambtenaar een periodieke verhoging worden onthouden; b. het tijdstip waarop een periodieke verhoging zou worden toegekend, worden vervroegd; c. de ambtenaar een extra periodieke verhoging worden toegekend, indien de ambtenaar het maximumbedrag van de hem toekomende salarisschaal nog niet heeft bereikt. 2. Burgemeester en wethouders stellen ter uitvoering van dit artikel nadere regels vast.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 61