-5-
heeft genoten;
d. de in het eerste lid bedoelde aflopende toelage gaat, wanneer
de ambtenaar de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt en hij,
onmiddellijk voor de aanvang van die toelage, gedurende
tenminste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking een toelage
als bedoeld in artikel 13 heeft genoten, over in een
blijvende toelage als bedoeld in het vorige lid;
e. voor de toepassing van de voorgaande leden wordt onder een
wezenlijke onderbreking verstaan een onderbreking van langer
dan twee maanden;
f. burgemeester en wethouders stellen voor de uitvoering van dit
artikel nadere regels vast.
Artikel 15.
Aan de ambtenaar, die naar het oordeel van burgemeester en
wethouders extra zware werkzaamheden of werkzaamheden onder extra
bezwarende omstandigheden verricht, wordt een vergoeding
toegekend overeenkomstig nader door burgemeester en wethouders te
stellen regelen.
Artikel 16.
a. Aan de daarvoor in aanmerking komende ambtenaren, wordt een
jaarlijkse toelage verstrekt als tegemoetkoming in de kosten
van werkkleding.
b. De hoogte van de toelage sub a. wordt jaarlijks door
burgemeester en wethouders vastgesteld met inachtnemening van
de in redelijkheid door de ambtenaar te maken feitelijke
kosten.
Artikel 17.
1. Wanneer de minister van binnenlandse zaken aan de gemeente
besturen te kennen geeft, dat maatregelen tot wijziging van de
bezoldiging en/of tot het doen van uitkeringen, geldend voor
het burgerlijk overheidspersoneel of groepen daarvan, voor
het gemeentepersoneel op overeenkomstige wijze kunnen worden
toegepast, zijn burgemeester en wethouders met betrekking tot
de toepassing van deze maatregelen bevoegd tot;
a. het dienovereenkomstig wijzigen van de in de bijlage A
genoemde bedragen;
b. het doen van dienovereenkomstige uitkeringen.
2. Van de besluiten bedoeld in het eerste lid geven burgemeester
en wethouders kennis aan de raad en aan de commissie voor
georganiseerd overleg.
Artikel 18.
Aan de ambtenaar die in het jaar 1992 op grond van de
"Bezoldigingsverordening gemeente Teteringen 1986" aanspraak had
kunnen maken op de toekenning van een periodieke verhoging als
bedoeld in artikel 7 lid 2 van genoemde verordening wordt deze
periodieke verhoging toegekend overeenkomstig het bepaalde in
genoemde verordening.
Artikel 19.
In gevallen waarin deze verordening niet of niet naar
redelijkheid voorziet treffen burgemeester en wethouders de
nodige voorzieningen