moeilijke zaak. Daarom wenst de VVD de ambtenaren die in de komende jaren
met deze nota gaan werken, veel objectiviteit en wijsheid toe.
De nota Bijzondere Bijstand/minimabeleid heeft een open-eind-financie
ring. Op grond daarvan acht zij het noodzakelijk dat de raad, naast de
jaarlijkse evaluatie, een halfjaarlijkse financiële evaluatie onder ogen
krijgt. Het is vooraf moeilijk te bezien of deze nota mogelijkerwijs te
ruim is opgezet. Zij benadrukt dat het van wezenlijk belang is, om gelden
die in een bepaald jaar voor bijzondere bijstand zijn uitgetrokken maar
niet zijn besteed, voor dit doel te reserveren voor een volgend jaar.
Raadslid Brounts merkt op, dat op de nota Bijzondere Bijstand/minimabeleid
zeer lang is gewacht en dat er in de commissie zeer veel aandacht aan is
besteed, door het belang van de nota maar vooral ook door de zeer ingewik
kelde materie. De Partij van de Arbeid vond de toelichting van de betref
fende ambtenaar zeer duidelijk en ook de nota is duidelijk. Omdat de kos
ten tevoren niet berekend kunnen worden, zal de nota over een jaar geëva
lueerd worden en deze afspraak onderschrijft haar fractie graag. De indivi
dualisering van de bijzondere bijstand en het maatwerk, dat nu mogelijk
is, spreekt haar als principe aan, waarbij zij zich zeer goed realiseert,
dat de bijstandsuitkering eigenlijk te laag is. Maar dat kan de gemeente
niet oplossen.
Een belangrijk vervolg moet zijn: een goede voorlichting aan de burgers.
Recent heeft men kennis kunnen nemen van een onderzoek in Rotterdam door
de Katholieke Universiteit Brabant, waaruit blijkt dat velen niet op de
hoogte zijn van de mogelijkheden van aanvullende bijstand. Dat is ook be
zuinigen, maar daar is haar fractie geen voorstander van. Daarom is het
belangrijk bij de evaluatie niet alleen de financiële consequenties te eva
lueren, maar ook mee te nemen of de mensen, die er recht op hebben, hier
ook gebruik van maken.
Wethouder Prince zegt, dat de nota Bijzondere Bijstand/minimabeleid een
gevolg is van de wijziging van de Algemene Bijstandswet, de decentralisa
tie van de Bijzondere Bijstand, die de mogelijkheden van de gemeente ver
groot om met behoud van een uitkering mensen deel te laten nemen aan scho
ling en opleiding, maar die de gemeenten ook mogelijkheden geeft om indivi
dueel te beslissen en elk geval apart te bekijken en op individuele nood
situaties in te springen. Daarbij moet worden voorkomen dat er van enige
willekeur sprake is. Dat is de reden dat hier een nota ligt die de raad
kan vaststellen en door middel waarvan aan het college de richtlijnen kun
nen worden gegeven, een kader waarbinnen gehandeld moet worden, om op deze
manier recht te doen aan het geleijkheidsbeginsel. De beleidsuitgangspun
ten die in deze nota zijn geformuleerd, zullen voor het college het kader
vormen voor de besluiten die worden genomen. Deze beleidsuitgangspunten
zijn met grote zorg vastgesteld en daarom is hij verheugd te horen dat van
alle fracties complimenten uitgaan naar de samensteller van deze nota. Ook
het college kan zich hier helemaal achter scharen en zal de complimenten
zeker doorgeven aan de betrokken ambtenaar.
Of deze uitgangspunten echter leiden tot het beleid, dat aan de verwach
tingen voldoet, moet voorlopig worden afgewacht. Verschillende fracties
vragen daarom ook terecht om een evaluatie. In de commissie heeft hij
reeds een jaarlijkse evaluatie toegezegd: het volgend voorjaar zal de nota
worden geëvalueerd. Daarnaast zal worden getracht de commissie zo goed mo
gelijk op de hoogte te houden van de financiële stand van zaken. Er zal
goed moeten worden bekeken, hoe de nota financieel uitpakt. Het kan zijn,
dat de gemeente uitkomt met de door het rijk verstrekte bijdrage, het kan
ook dat er van gemeentewege geld bijgelegd moet worden en dan zal na een
jaar de afweging moeten worden gemaakt, of het dat waard is, of men daar
voor kiest, of dat de nota moet worden aangepast zodat de uitgaven voor de
gemeente minder zullen zijn.
De eigen verantwoordelijkheid van de burger, zoals raadslid Valk opmerkt,
- 12 -