loop van de termijn waarover wachtgeld is toegekend, een bijzondere verlen
ging verleend. Deze bijzondere verlenging duurt tot de eerste dag van de
kalendermaand volgende op die waarin hij de leeftijd van 65 jaar heeft
bereikt.
5. De verlenging als bedoeld in het vierde lid vindt niet plaats in het geval,
dat ter zake van een eerder toegekend wachtgeld de vorenbedoelde verlenging
reeds heeft plaatsgehad, tenzij de belanghebbende nadien weder een dienst
tijd, voor zover geldig voor pensioen, van ten minste tien jaar heeft ver
vuld. In dat geval blijft de tijd die in aanmerking is genomen bij de
bijzondere verlenging, buiten aanmerking.
Artikel 6
Onder het opschrift "Vervolgwachtgeld" wordt het huidige artikel 6 vervangen
door:
1. De belanghebbende, die het einde van de wachtgeldduur, bedoeld in artikel
4, tweede lid, heeft bereikt, heeft in aansluiting op dat wachtgeld recht
op een vervolgwachtgeld.
2. De belanghebbende die
a. het einde van de wachtgeldduur bedoeld in artikel 4, eerste lid, heeft
bereikt en
b. voldoet aan de voorwaarde, bedoeld in artikel 4, tweede lid, onderdeel a
of b, doch uitsluitend wegens zijn arbeidsverleden geen recht heeft op
verlenging van de wachtgeldduur, heeft recht op een vervolgwachtgeld.
3. Behoudens het gestelde in de volgende leden is de duur van het vervolg
wachtgeld een jaar.
4. De duur van het vervolgwachtgeld voor de belanghebbende die op de dag van
zijn ontslag 57,5 jaar of ouder is, bedraagt drie en een half jaar.
5. De belanghebbende aan wie uitsluitend ingevolge het eerste en tweede lid
van artikel 5 een wachtgeld is toegekend en die voldoet aan de voorwaarde,
bedoeld in artikel 4, tweede lid, onderdeel a of b, heeft uitsluitend recht
op een vervolgwachtgeld indien het toegekende wachtgeld eindigt op een
tijdstip gelegen binnen een jaar na de datum waarop zijn wachtgeld zou zijn
beëindigd, wanneer dit zou zijn toegekend ingevolge artikel 4. Het vervolg
wachtgeld eindigt op het tijdstip gelegen een jaar na de in de vorige
volzin bedoelde datum.
6. De belanghebbende die op de dag van zijn ontslag 57,5 jaar of ouder is, aan
wie uitsluitend ingevolge het eerste en tweede lid van artikel 5 een wacht
geld is toegekend en die voldoet aan de voorwaarde, bedoeld in artikel 4,
tweede lid, onderdeel a of b, heeft aansluitend recht op een vervolgwacht
geld indien het toegekende wachtgeld eindigt op een tijdstip gelegen binnen
drie en half jaar na de datum waarop zijn wachtgeld zou zijn beëindigd,
wanneer dit zou zijn toegekend ingevolge artikel 4. Het vervolgwachtgeld
eindigt op het tijdstip gelegen drie en een half jaar na de in de vorige
volzin bedoelde datum.
7. Tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald, zijn bepalingen van het wachtgeld
van overeenkomstige toepassing op het vervolgwachtgeld.
Artikel 7
Bedrag van het wachtgeld.
Artikel 7 komt als volgt te luiden:
1. Het bedrag van het wachtgeld is gedurende de eerste drie maanden gelijk aan
90% van de bezoldiging, gedurende de daaropvolgende negen maanden 80% van
die bezoldiging en vervolgens 70% van die bezoldiging. Het bedrag van het
wachtgeld daalt echter niet beneden het bedrag van het pensioen waarop de
belanghebbende recht zou hebben indien hij uit de betrekking waaruit hij
met recht op wachtgeld is ontslagen, op de dag van dat ontslag zou zijn