4
2. De duur van de overgangsuitkering is twaalf maanden, met dien verstande dat
de uitkering uiterlijk 1 april 1993 eindigt. De overgangsuitkering gaat in
direct na het verstrijken van het wachtgeld als bedoeld in het eerste lid
en wordt in maandelijkse termijnen betaald.
3. De hoogte van de overgangsuitkering is over een maand gelijk aan het
minimumloon, met dien verstande dat dit bedrag nooit meer kan bedragen dan
70% van de bezoldiging.
4. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder minimumloon verstaan het
maandbedrag van het minimumloon bedoeld in artikel 8, eerste lid, onder a,
van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Stb. 1968, 657).
5. De overige artikelen van deze verordening zijn voor zoveel mogelijk van
overeenkomstige toepassing.
Artikel 15
Oud artikel 24 wordt vernummerd tot artikel 25 en komt te luiden:
Onder gelijktijdige intrekking van de wachtgeldverordening, zoals deze luidde
voor 1 augustus 1991, treedt deze verordening in werking met ingang van 1 au
gustus 1991 en kan worden aangehaald als "wachtgeldverordening".
Aldus besloten in de openbare vergadering
van 25 junlf 1992.
De raad voornoemd,
voorzitter,