b. vanaf de leeftijd van 6 jaar doch beneden de leeftijd van 12 jaar ver
zorgt, zonder dat deze persoon in dienstbetrekking van 8 of meer uren
per week werkzaam is geweest of een uitkering heeft ontvangen als be
doeld in het vierde lid, voor de helft in aanmerking genomen.
6. Voor de toepassing van het vijfde lid worden als periode van verzorging
niet meegeteld de periode waarin:
a. de verzorgende persoon als werknemer in de zin van een wettelijke rege
ling inzake werkloosheid recht heeft op een uitkering ter zake van werk
loosheid; en
b. de verzorging buiten Nederland plaatsvindt anders dan tijdens vakanties.
7. Indien er in een gezamenlijke huishouding meer verzorgende personen zijn
als bedoeld in het vijfde lid, wordt voor de toepassing van dat lid als
verzorgende persoon van het kind beschouwd, degene van deze personen die
zij als zodanig hebben aangewezen. Ingeval geen verzorgende persoon wordt
aangewezen, zijn burgemeester en wethouders bevoegd een van hen die naar
hun oordeel als verzorgende persoon moet worden beschouwd, als zodanig aan
te wijzen.
8. Voor de toepassing van het vijfde en zevende lid wordt onder:
a. een kind verstaan een eigen, aangehuwd of pleegkind;
b. een pleegkind verstaan een kind dat als eigen kind onderhouden en opge
voed.
9. De regels die gesteld zijn krachtens artikel 42, negende lid, van de Werk
loosheidswet, zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 6
Artikel 6 komt te luiden:
Artikel 6
1. In afwijking van artikel 5, eerste en tweede lid, wordt, indien dit leidt
tot een langere uitkeringsduur, waarin tevens voor zover van toepassing de
bijzondere verlenging als bedoeld in het vierde lid van dit artikel is
begrepen, de duur van de uitkering vastgesteld overeenkomstig de volgende
leden.
2. De duur van de uitkering wordt vastgesteld op een aantal maanden, gelijk
aan 1/6 deel van de diensttijd, waarna de uitkomst naar boven wordt afge
rond op hele maanden.
3. De ingevolge het tweede lid berekende uitkeringsduur wordt ten hoogste vast
gesteld op 24 maanden.
4. Indien een belanghebbende ten tijde van het ontslag een diensttijd van ten
minste tien jaren heeft volbracht en de som van zijn leeftijd en dienst
tijd, die hij ten tijde van het ontslag heeft bereikt, 60 jaren of meer be
draagt, wordt hem na afloop van de termijn waarover uitkering is toegekend
aansluitend gedurende een periode van zes maanden een bijzondere verlenging
verleend.
Artikel 7
Onder het opschrift "Vervolguitkering" komt artikel 7 onder vernummering van
het huidige artikel 7 te luiden:
Artikel 7
1. De belanghebbende, die het einde van de uitkeringsduur, bedoeld in artikel
5, tweede lid, heeft bereikt, heeft in aansluiting op die uitkering recht
op een vervolguitkering.
2. De belanghebbende die
a. het einde van de uitkeringsduur, bedoeld in artikel 5, eerste lid, heeft
bereikt, en