lijke regeling inzake wachtgeld of uitkering.
2. Voor toepassing van dit artikel wordt onder beëindiging van de Werkloosheid
begrepen
a. het aanvaard hebben van een naar zijn aard vast dienstbetrekking;
b.het gedurende een periode van een maand vervuld hebben van een naar zijn
aard tijdelijke dienstbetrekking bij dezelfde werkgever, voorzover de om
vang van de nieuwe dienstbetrekking ten minste gelijk is aan die van de
dienstberekking op basis waarvan het recht op uitkering bestaat.
3. Een belanghebbende die bij afloop van de opnieuw toegekende uitkering als
bedoeld in het eerste lid, nog onvrijwillig werkloos is, heeft opnieuw
recht op een uitkering, mits de belanghebbende:
a. binnen 6 maanden na de dag waarop het recht op uitkering ontstond als
bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder a, arbeid in dienstbetrekking
heeft aanvaard, en
b. in ten minste 13 weken opnieuw werkzaam is geweest als werknemer als
bedoeld in artikel 3 van de Werkloosheidswet.
4. Voor de toepassing van het derde lid worden weken waarop de belanghebbende
zonder te werken loon heeft ontvangen, gelijkgesteld met gewerkte weken.
5. De duur van de uitkering als bedoeld in het derde lid, bedraagt zes maanden,
verminderd met de resterende duur van de opnieuw toegekende uitkering als
bedoeld in het eerste lid.
6. Burgemeester en wethouders beslissen over het opnieuw toekennen van de uit
kering als bedoeld in het eerste lid en op toekenning van een uitkering als
bedoeld in het derde lid, op schriftelijke aanvraag door de belanghebbende.
De stukken die burgemeester en wethouders nodig achten voor de behandeling
van de aanvraag dienen door of vanwege de belanghebbende te worden overge
legd.
7. Het recht op uitkering vervalt wanneer de daartoe strekkkende aanvraag, be
doeld in het zesde lid en in artikel 4, achtste lid, niet binnen een ter
mijn van twee jaren na het ontstaan of het opnieuw ontstaan van dat recht
bij burgemeester en wethouders is ingekomen.
Artikel 22
In artikel 19 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1. In eerste lid schrappen: "Bedoeld in artikel 4, lid 1" en "alsmede de be
langhebbende bedoeld in artikel 11, lid 1".
2. In eerste lid "zestig" vervangen door "vijfenvijftig".
3. Tweede lid vervangen door: Zolang de belanghebbende de leeftijd van 55 jaar
nog niet heeft bereikt, is hij verplicht zich bij het Arbeidsbureau van zijn
woonplaats als werkzoekende te doen inschrijven op de eerste werkdag,
volgende op die waarop het ontslag ingaat. Hij dient binnen veertien dagen
daarna een bewijs van inschrijving als werkzoekende van het arbeidsbureau
aan burgemeester en wethouders over te leggen.
4. Onder vernummering van het derde t/m vijfde lid tot vierde t/m zesde lid,
wordt een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:
De belanghebbende, die op de dag van het ontslag metterwoon verblijf houdt
in het buitenland dan wel nadien metterwoon verblijf gaat houden in het bui
tenland en die de leeftijd van 55 jaar nog niet heeft bereikt, is verplicht
zich te doen inschrijven als werkzoekende bij een aldaar geves-tigde instan
tie van arbeidsbemiddeling die daartoe de mogelijkheid biedt en die naar
het oordeel van burgemeester en wethouders vergelijkbaar is met de Arbeids
voorzieningsorganisatie
Artikel 23
Artikel 21, lid 1, "E13c vervangen door: E18