Artikel 24 In artikel 24 worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1. In lid 1, sub a wordt "lid 1" geschrapt en wordt artikel 9 vervangen door artikel 12. 2. In lid 1, sub b, worden de woorden het "Gewestelijk Arbeidsbureau" vervan gen door de Arbeidsvoorzieningsorganisatie dan wel de buitenlandse in stantie van arbeidsbemiddeling, "lid 2" door "leden 2 en 3" en "lid" door "leden" 3. In lid 1, sub c "lid 4" wordt vervangen door "lid 5". 4. Toevoegen lid 1, sub h, als ingeschrevene bij de Arbeidsvoorzieningsorga nisatie dan wel de buitenlandse instantie van arbeidsbemiddeling verzuimt gevolg te geven aan een oproeping of aanwijzing van die organisatie dan wel die instantie, die kan leiden tot het verkrijgen van werk, dat voor hem passend kan worden geacht dan wel weigert dergelijk werk te aanvaarden. 5. Toevoegen lid 1, sub i, indien de belanghebbende niet ernstig tracht werk te vinden. 6. Nieuw lid 2 toevoegen, luidende: Het voorgaande lid is, voor zover nodig, van overeenkomstige toepassing op een uitkering, bedoeld in artikel 15. 7. Leden 2 en 3 vernummeren tot leden 3 en 4. Artikel 25 Onder het opschrift "Einde van het recht op uitkering" komt artikel 25 als volgt te luiden: Artikel 25 1. Het recht op uitkering eindigt: a. behoudens het bepaalde in het tweede lid, met ingang van de eerste dag van de tweede maand volgende op die waarin de belanghebbende in de zin van artikel El van de Algemene burgerlijke pensioenwet uit hoofde van ziekten of gebreken blijvend ongeschikt is verklaard de betrekking te vervullen waaruit hij met recht op uitkering is ontslagen; b. met ingang van de eerste dag van de kalendermaand volgende op die waarin de belanghebbende de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt; c. met ingang van de dag volgende op die waarop de belanghebbende is over leden; d. indien het recht op uitkering geheel wordt afgekocht. 2. In afwijking van het vorige lid, onder a, eindigt het recht op uitkering, indien de belanghebbende uit hoofde van ziekten of gebreken blijvend ongeschikt is verklaard voor het vervullen van de betrekking die hij ge durende de met recht op uitkering doorgebrachte tijd bekleedde en waarin hij ambtenaar was in de zin van de Algemene burgerlijke pensioenwet, met ingang van de dag waarop de belenghebbende uit evenbedoelde betrekking wordt ontslagen. 3. De voorgaande leden zijn, voor zover nodig van overeenkomstige toepassing op een uitkering, bedoeld in artikel 15. Artikel 26 Artikel 26 vervalt. Artikel 27 Artikel 27 en 28 worden vernummerd tot artikel 26 respectievelijk 27.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 78