ergens belangrijke onderwerpen aan de orde zijn. En hij mag aannemen, dat
dit thans in de stadsregio het geval is.
De voorzitter heeft ontzettend veel bewondering voor deze theorieën, maar
hij vraagt het raadslid om daar nu mee op te houden. Drie maanden geleden
is afgesproken, dat het college dat zich daarmee bezig hield niet naar bui
ten zou komen met wat voor informatie dan ook. Dan kan men concluderen dat
er iets aan de hand is, maar daarop zegt spreker geen ja en geen nee. En
men moet uit de woorden van de voorzitter nu geen conclusies gaan trekken.
Hijzelf houdt zich namelijk aan hetgeen in dat college met alle portefeuil
lehouders van de acht stadsregiogemeenten is afgesproken, toen men aan dit
karwei begon. Daaruit mag dus geen enkele conclusie worden getrokken.
Raadslid Van de Kreeke zal dat dan ook niet doen, maar hij vraagt of er in
september een besluit zal worden genomen en of de stadsregio dan wél naar
buiten mag komen.
De voorzitter antwoordt dat het de bedoeling is dat 15 juli de zaak finaal
wordt afgeconcludeerd en dat die dan naar buiten komt en verder ter behan
deling komt in het daarvoor bestemde voorstel, dat ook geagendeerd staat
voor die datum.
Raadslid Van de Kreeke vraagt, of dus na 15 juli de radiostilte vervalt.
De voorzitter antwoordt negatief. De procedure staat ook op de agenda van
15 juli, dus daarover moeten nog afspraken worden gemaakt.
Raadslid Van de Kreeke vraagt of het dan niet beter was geweest om met het
onderhavige voorstel te wachten tot in juli of september finale besluiten
zijn genomen, die van groot belang zijn ten aanzien van genoemd voorstel.
In de septembervergadering van de raad zouden er dan wellicht meer belang
rijke gegevens vanuit de stadsregio beschikbaar zijn.
De voorzitter ontkent dit, ook op basis van het betoog, dat men hier zit
in het belang van de gemeente Teteringen.
Raadslid van de Kreeke is daar heilig van overtuigd. En ook bij de fractie
van de Partij van de Arbeid staat het belang van Teteringen voorop, dus
wat dat betreft zit men op één lijn.
Raadslid Van Casteren is het volkomen eens met de omschrijving van de term
'eerst-belanghebbende' door het college. Wat betreft de vraag over de aan
wijzingsbevoegdheid van de provincie: dit geeft toch wel aan dat de proce
dure met spoed moet worden opgezet om daarmee een onomkeerbaar proces in
gang te zetten.
Tot raadslid Van de Kreeke zegt hij dat 'niets te verliezen' door De Dorps
gemeenschap tweezijdig wordt beschouwd. Ten eerste denkt hij, dat de kos
ten van een MER afgedekt worden door vergoeding vanuit het ministerie. Als
dan wordt gesuggereerd dat die gelden ook voor iets andere zouden kunnen
worden gebruikt, dan zou dat alleen maar kunnen voor oneigenlijke plannen,
en hij vindt het niet realistisch en ook niet juist om daarvoor gelden van
het ministerie te vergaren. Ten tweede, niets te verliezen, omdat hij van
mening is dat enkel een golfbaan een realistisch alternatief is om het bou
wen door Breda tegen te gaan.
De voorzitter merkt op, dat de vragen van raadslid Van de Kreeke al bij
interruptie zijn beantwoord. Tot raadslid Van Casteren zegt hij, dat het
niet gaat over de aanwijzingsbevoegdheid van de provincie, maar over de
bevoegdheid tot het vaststellen van het Streekplan door de provincie.
Raadslid Van de Kreeke legt een stemverklaring af. De principiële redenen,
waarom de fractie van de Partij van de Arbeid tegen een golfterrein tussen
Breda en Teteringen was, en is, zijn bekend. De Partij van de Arbeid heeft
het vermoeden, dat Breda nu gekozen heeft om tussen Breda en Teteringen
woningen te realiseren, een vermoeden, dat het college reeds eerder heeft
uitgesproken. Nu moet men dus kiezen tussen het bouwen van huizen in dat
gebied of een golfterrein, en niet meer tussen een voor iedereen toeganke
lijk bos en een golfterrein. En in dat geval kiest de PvdA voor een golf
terrein. De Partij van de Arbeid heeft altijd gezegd geen principiële be-
-20-