Wijze van heffing
Artikel 5
De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.
In één aanslag kan meer dan één hond worden begrepen.
Aangifte
Artikel 6
Het formulier van het aangiftebiljet wordt bij afzonderlijk raadsbesluit vast
gesteld
Artikel 7
De belastingplichtige aan wie niet binnen zes maanden na aanvang van het belas
tingjaar een aangiftebiljet is uitgereikt of een aanslag is opgelegd, moet bin
nen veertien dagen na afloop van die termijn bij burgemeester en wethouders
schriftelijk om uitreiking van een aangiftebiljet verzoeken.
Artikel 8
Indien in de loop van het belastingjaar de belastingplicht ontstaat dan wel
het aantal honden dat door de belastingplichtige wordt gehouden wijziging on
dergaat, moet de belastingplichtige binnen veertien dagen na het tijdstip waar
op de belastingplicht is ontstaan of de wijziging van het aantal honden heeft
plaatsgevonden, bij burgemeester en wethouders schriftelijk om uitreiking van
een aangiftebiljet verzoeken.
Ontstaan van de belastingschuld en bepalingen omtrent aanvang en einde van de
belastingplicht in de loop van het belastingjaar
Artikel 9
1. De belastingschuld ontstaat bij de aanvang van het belastingjaar of, indien
de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, bij de aan
vang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aan
tal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, res
pectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden,
verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het tijd
stip van de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van
het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel
het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, kan aan
spraak worden gemaakt op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten als er
in dat jaar, na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht respec
tievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden
overblijven
Vrij stellingen
Artikel 10
De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:
a. die uitsluitend dienen om blinde personen te leiden;
b. die in een hondenasiel verblijven, indien de eigenaar van een dergelijke
inrichting houder is van een vergunning als bedoeld in artikel 2 van de Wet
op de dierenbescherming (Wet van 25 januari 1961, Stb. 19);