c. die uitsluitend ten verkoop in voorraad worden gehouden door een houder met
een vergunning als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de dierenbescherming;
d. die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij te zamen met de moederhond
worden gehouden.
Termijn van betaling
Artikel 11
De belastingaanslagen zijn invorderbaar in één termijn, welke vervalt op de
laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van
het aanslagbiljet is vermeld.
Machtiging tot overdracht van bevoegdheden
Artikel 12
Burgemeester en wethouders kunnen een of meer gemeente-ambtenaren aanwijzen,
die in hun plaats treden met betrekking tot de uitvoering van enige wettelijke
bepaling betreffende de heffing en invordering van deze belasting.
Artikel 13
Burgemeester en wethouders kunnen bepalen, dat voor de verzending van aanslag
biljetten, ingevolge artikel 2, eerste lid, van de Wet van 22 mei 1845 (Stb.
1926, 334) op de invordering van 's rijks directe belastingen (hierna: Invor-
deringswet) voor de gemeente-ontvanger of de op grond van artikel 127a van de
gemeentewet (Stb.1931, 89) aangewezen functionaris, een andere gemeente-ambte
naar in de plaats treedt.
Nakoming van verplichtingen
Artikel 14
De verplichtingen als bedoeld in de artikelen 47, 50 en 51 van de Algemene wet
zake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301) gelden mede jegens de door burgemeester
en wethouders aangewezen ambtenaren der gemeentelijke belastingen.
Overdracht van bevoegdheden tot het verlenen van afschrijving en uitstel van
betaling en berekening van interest bij uitstel van betaling
Artikel 15
1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het verlenen van afschrijving
als bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Invorderingswet
2. De gemeente-ontvanger, of de op grond van artikel 127a van de gemeentewet
daartoe aangewezen functionaris, is bevoegd tot het verlenen van uitstel
van betaling als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Invorderingswet.
3. Artikel 17, tweede lid, van de Invorderingswet zoals dat lid luidde voor de
inwerkingtreding van de Wet van 26 maart 1987 (Stb. 1987, 120), tot bereke
ning van rente inzake belastingen en premies volksverzekeringen, blijft van
toepassing tot 1 januari 1997.
4. Voor berekening van de interest als bedoeld in de in het derde lid bedoelde
bepaling, vinden de krachtens die bepaling gegeven regelen inzake rijksbe
lastingen zoals die golden tot en met 31 maart 1987, overeenkomstige toepas
sing.
5. De artikelen 18 tot en met 18c van de Invorderingswet blijven buiten toepas
sing tot 1 januari 1997.