pleit in verband met de gemeentelijke herindelingsproblematiek van dit jaar.
Vermoedelijk extra veroorzaakt door de betonnen opstelling van het college,
die bij de VVD irritatie heeft gewekt. Een opstelling, die naar het oordeel
van de VVD best wat soepeler had gekund, wanneer men kijkt naar het aantal
beleidsvoornemens voor 1993, zoals die onder andere uit de beantwoording in
eerste termijn naar voren zijn gekomen. De werkwijze van de commissies zal
bijvoorbeeld worden geëvalueerd. Er bestaat een inspanningsverplichting om
de reorganisatie van de buitendienst dit jaar aan de orde te stellen (de
behandeling is al erg lang uitgebleven, stelt het college zelf vast). Bij
de verdere invulling en uitvoering van het reorganisatieplan buitendienst
zal het aspect privatisering c.q. uitbesteding van het sportcomplex zeker
de nodige aandacht krijgen. Dan wordt ook pas beslist ten aanzien van de
investeringen. De eerste fase van het groenbeheerplan is goed verlopen, van
het resultaat van de tweede fase is nog weinig zinvols te zeggen. Voor de
behandeling van de evaluatie van het speerpuntenbeleid is een werkplanning
gemaakt, dit met betrekking tot de milieunota 1988. De aanpak van het ver
keer vereist een specifieke, verkeerskundige aanpak: standpunt 1991 en 1992
ongewijzigd. Over de fietsverbinding Breda-Oosterhout is nog niets concreets
aan te geven: standpunt 1992. Met betrekking tot het benzinestation aan de
Oosterhoutseweg heeft het vinden van een verantwoorde oplossing wel de aan
dacht van het college: standpunten 1991 en 1992. Met betrekking tot de her
inrichtingsplannen voor R.K. Kerk en Hoolstraat is een voorzichtige formu
lering bij de beleidsvoornemens niet in gegeven door een te laag ambitie
niveau, maar meer door de angst om te veel hooi op de vork te nemen: posi
tie 1992. De VVD vindt met name deze uitgesproken angst wat overdreven en
vindt in de weergave van beleidsvoornemens geen dynamische aanpak terug.
Het is de weerslag van een beleid, waarmee op de winkel wordt gepast en
waarin meerdere beleidsdoelstellingen elk jaar opnieuw weer worden doorge
schoven. Daarmee begint zijn fractie zo langzamerhand erg veel moeite te
krijgen
Met betrekking tot de onroerend-goedbelasting 1993 houdt zijn fractie vast
aan het door haar in eerste termijn genoemde percentage van 10%. Ook het
CDA heeft dit percentage genoemd. En deze fractie heeft een waardevolle bij
drage geleverd aan het onderbouwen van dit percentage van 10%. Met name haar
vraag of een volledige rentebijschrijving op de fondsen, die daarnaast nog
eens gevoed worden met een jaarlijks bedrag, gebaseerd op de onderhoudsplan-
ning, noodzakelijk is, spreekt hem aan. De VVD heeft in eerste termijn uit
drukking gegeven aan haar bezorgdheid voor extra lasten voor de burgers in
1993, gezien de dramatische verslechtering van de economische situatie die
de afgelopen week gestalte heeft gekregen. Er zijn zwaarwegende argumenten
om de koopkracht van de Teteringse burgers op peil te houden, omdat een
stijging van de collectieve lastendruk boven de afgesproken 53,6% in het
regeerakkoord voor 1993 dreigt. Hij brengt in herinnering dat de gemeente
Den Haag, na een jarenlang desastrueus en volstrekt onverantwoord financi
eel beleid, plotseling een extra rijksbijdrage van 70 miljoen krijgt toege
schoven, dat nu de gemeente Teteringen al 3.000,moet bijdragen aan de
stad Amsterdam, oplopend tot 9.500,in 1995, etc. Is men zo langzamer
hand niet roomser dan de paus aan het worden, vraagt hij zich af.
De VVD zal akkoord gaan met een 100%-dekking van de reinigingskostenmaar
tekent daarbij aan dat men dat percentage wel eens in de toelichting had
mogen vermelden. Het VVD-voorstel van 90% dekking zou een minderopbrengst
van 55.000,hebben betekend en daarvoor wil zijn fractie in tweede ter
mijn geen verantwoording nemen. Haar standpunt met betrekking tot de onroe
rend-goedbelasting 1993 blijft echter overeind. De VVD is tegen het college
voorstel en dient daarom een amendement in. De VVD doet een klemmend beroep
op het college om enige sopelheid te tonen en wisselgeld in te zetten en
zal zich, het zij nu reeds gezegd, in 1993 ernstig beraden over de metho
diek van de begrotingsbehandeling 1994, indien vandaag mocht blijken, dat
-50-