bollen op dat terrein. En die twee feiten in combinatie hebben De Dorpsge
meenschap er indertijd toe gebracht om dit standpunt in te nemen.
Raadslid Van de Kreeke heeft de tekst niet voorhanden en stopt daarom de
discussie. Hij vervolgt met hoofdfunctie 8. Hij heeft gevraagd of het col
lege zijn mening deelt, dat het voor raadsleden frustrerend kan zijn om
over een onderwerp te praten waarvan bekend is, dat de voorzitter van de
raad over meer gegevens beschikt dan de raadsleden. Er komen steeds meer
overlegorganen die aan hun leden radiostilte kunnen opleggen. Deelt het col
lege zijn mening, dat dit frusterend kan werken voor raadsleden?
Financiën en algemene dekkingsmiddelen: In eerste termijn heeft de PvdA
zorg uitgesproken over de forse verhoging van belastingen en heffingen in
1993. Hij heeft uitgerekend wat deze verhogingen per gezin ongeveer gaan
kosten en gezegd, dat men het college niet creatief vindt in ombuigingen in
de beïnvloedbare uitgaven. En ook wil het college een structureel voordeel
niet reeds ten goede laten komen van 1993. De beantwoording in eerste ter
mijn heeft de Partij van de Arbeid niet overtuigd, dat zo'n grote lasten
verzwaring voor 1993 noodzakelijk is. Ook heeft het college hem niet duide
lijk gemaakt, waarom hoge rentebijschrijvingen op voorzieningen en reserves
noodzakelijk zijn. Daarop komt hij nog terug. Op deze wijze lijkt het wel
alsof het college denkt: binnen is binnen. Maar zo gaat men niet met de be
lastingplichtigen om. Wat de zaak nog complexer maakt is, dat De Dorpsge
meenschap het college helpt door te zeggen dat, wat haar betreft, de verho
gingen van lasten nóg forser kunnen zijn. Het college heeft in eerste ter
mijn geen nieuwe gegevens aangedragen, waardoor het stemgedrag van de PvdA
gemakkelijker zou kunnen zijn. Het is ook heel slim om aan het CDA voor te
stellen om nu de voorgestelde verhogingen te accepteren en in 1993 in com
missieverband een en ander nog eens te bespreken. Maar dat is een politiek
trucje, waar het CDA noch de PvdA intrapt. Eén ding is echter heel duide
lijk in het betoog van het college: men laat voor 1993 duidelijk de moge
lijkheid open om voor bepaalde uitgaven weer een beroep te doen op de reser
ves. En dat spreekt hem vooral de komende jaren wél aan. Hij staat voor een
moeilijke afweging. Zo'n forse verhoging als het college voorstelt is niet
nodig, dat hebben verschillende fracties proberen te bewijzen. 1: Of hij
gaat met het collegevoorstel akkoord en dan is er wel geld om leuke dingen
te doen in het belang van Teteringen (een voorstel van de VVD). 2. Of de
gemeente verlaagt alleen het percentage 0GB tot 10% (een motie van de VVD,
die hij zojuist heeft binnengekregen) en dan ontvangt men circa 27.000,
minder aan OGB-opbrengstenEn met name de kleine inkomens zullen van deze
kleine verlaging nauwelijks iets merken. Er moet dus gekozen worden tussen
fors verhogen of een klein beetje bezuinigen. Het college zal van zijn frac
tie hierover nog iets horen.
Raadslid Van Casteren merkt op, dat De Dorpsgemeenschap niet met een amen
dement zal komen, omdat deze fractie vertrouwen heeft in het college.
Daarna leest hij zijn beschouwingen in de tweeede termijn voor:
Voorzitter, de fractie van De Dorpsgemeenschap is het eens met de opvatting
van de VVD, dat de raad van Teteringen eensgezind zal moeten optrekken inza
ke de reactie op het plan Schampers en de acties die daarna nog zullen moe
ten volgen. De opmerking over onnodig gemillimeter snappen wij niet zo goed
Zeker in een kleine gemeente, waar het bestuur zo kort bij de burger staat,
moeten ook ogenschijnlijk kleine zaken aandacht krijgen. Zeker een lokale
partij als de onze zal haar functie als intermediair dienen blijven te ver
vullen.
De Partij van de Arbeid kan het niet nalaten lokale partijen te betitelen
als aan CDA aanverwante partijen. Nogmaals en voor de zoveeelste keer wil
de fractie van de Dorpsgemeenschap beklemtonen, dat juist de kracht van lo
kale partijen is dat zij zich primair en vrijwel uitsluitend behoeven te
richten op lokale zaken en dat zij ten gunste van loyaliteit aan de partij
zich niet in allerlei bochten behoeven te wringen over zaken met een regio-
-54-