te bezien, of de nieuwe structuur past in de uitwerking van het groenbeheer-
plan en of de aangekondigde besparingen ook daadwerkelijk gerealiseerd wor
den. En de in het plan genoemde tijdschrijving vindt hij een belangrijk on
derdeel om straks te bekijken of daadwerkelijk de besparingen uit het groen-
beheerplan gehaald worden. Bovendien kan een tijdschrijver veel bijdragen
tot grotere efficiency.
Er ontbreekt een belangrijk element in het plan: de functieomschrijvingen
moeten nog uitgewerkt worden en het is van groot belang, dat hierover spoe
dig duidelijkheid komt. De betrokken personeelsleden hebben hier recht op
en het welslagen van de reorganisatie hangt hiervan voor een groot deel af.
Daarnaast zal het van groot belang zijn, dat in de komende jaren deze dienst
vanuit het managementteam nauwlettend gevolgd en gestimuleerd wordt. En ook
de politiek verantwoordelijke wethouder heeft in deze een taak. Wanneer aan
die voorwaarden wordt voldaan zal een theoretisch goed maar in de uitwer
king nog vaag plan een einde betekenen aan frustraties bij zowel werknemers
als belanghebbenden en een begin zijn van een alom gewaardeerde dienst, waar
binnen het prettig werken is en waarvan de resultaten een sieraad voor het
dorp kunnen betekenen.
Raadslid Adriaansen merkt op, dat het college terecht constateert, dat de
buitendienst van de sector Grondgebied wat verder van de totale organisatie
is komen af te staan, met andere woorden: onvoldoende grip op de uitvoering
van taken. Een heldere taakomschrijving ontbrak en de opdrachtverstrekking
was ook niet altijd evenscherp. Ook was er onvoldoende controle achteraf.
Dit schrijft het college terecht probleemverkennend in het rapport. Nu is
het college goed op weg om, met behulp van dit rapport de intentie uit te
spreken om meer lijn te brengen in de uitvoering van taken van de buiten
dienst. Of dit nu gebeurt door de eigen mensen of door derden, dat doet
niets ter zake. De nieuwe wijze van werken in de buitendienst moet leiden
tot een doelmatiger beleidsvoering. En er moet best nog wat gedaan worden,
dat heeft het college ook gezegd. Er moet nog een heldere taakomschrijving
komen voor de medewerkers. Er moet een goed inzicht komen in de geleverde
prestaties. En terecht hoort daar een tijdschrijving bij, zodanig, dat daar
op bij de jaarrekening en in commissieverband op teruggekomen kan worden.
En controle door de opzichter is vanzelfsprekend.
Dit alles, en misschien nog meer, is natuurlijk niet voldoende om de organi
satie soepel te laten verlopen. Papier is geduldig. Een werksfeer, waarbij
regelmatig werkoverleg en functioneringsgesprekken plaatsvinden, is gewoon
nodig, willen de medewerker en de leiding het "wij-gevoel"dat nu in de
buitendienst wordt gemist, weer terugkrijgen. En als de zaak goed loopt,
dan past het ook in een moderne werkwijze om een flexibele extra beloning
voor goede prestaties van de werknemers te verstrekken. Ook daarvoor heeft
in het verleden de raad zich uitgesproken, dat dit mag en moet gebeuren.
Zijn fractie vertrouwt, dat met deze nieuwe start het werken voor de buiten
dienst een nieuw elan kan krijgen en ziet een evaluatie rond 1 januari 1994
tegemoet
De voorzitter constateert, dat de raad enerzijds vol verwachting, maar ook
positief staat ten opzichte van dit reorganisatieplan. Tot raadslid Van de
Kreeke wil hij opmerken: men kan wel zeggen, dat het nauwelijks een reorga
nisatie is en dat er weinig verandert, van de andere kant: hoe weinig dat
ook is, er zijn hierbij mensen betrokken, bij wie een verandering van werk
- hoe klein ook - altijd onrust veroorzaakt. En dat wil het college ook
zorgvuldig begeleiden. En degene die daar leiding aan gaat geven, vervult
daarin een zeer cruciale funktie. Dus ook al lijkt het bestuurlijk een wei
nig opzienbarende zaak en nauwelijks een reorganisatie, toch betekent het
volgens hem voor de betrokken medewerkers heel wat, om toch in flexibele op
stelling en in een andere taakomschrijving te gaan werken. En men moet ook
zo snel mogelijk door dat proces heen. Daarom heeft het college alles in
het werk gesteld om de periode van omslag zo kort mogelijk te maken.
-6-