Raadslid Adriaansen vindt het voorstel over de reorganisatie een belangrijk
stuk, waarin ook belangrijke intenties staan. Raadslid Van de Kreeke heeft
zijn visie al enigszins gecorrigeerd door te zeggen, dat de reorganisatie
toch best het nodige inhoudt. Vooral de intenties over heldere taakomschrij
ving en controle zijn zeer belangrijk. Maar wat hij miste in het college-
antwoord is de flexibele beloning. Dat is in het ambtenarencorps naar voren
gekomen en zal zeker nog aandacht krijgen. Vaak wordt er aan gedacht in de
sfeer van: mensen in de binnendienst, maar hij wil toch extra aandacht vra
gen voor de mensen in de buitendienst. Ook daar kan aan de hand van goede
functiebeschrijvingen en personeelsbeoordeling aan mensen voor hun arbeids
prestaties iets extra's worden gegeven.
Verder is er nog een moeilijkheid: het college is van plan in de toekomst
een aantal werkzaamheden te gaan uitbesteden en een aantal werkzaamheden
binnen de dienst te houden. Dat geeft een bepaalde gespannenheid in de or
ganisatie van de buitendienst en het college kan slechts met heel goed over
leg met de werknemers dit probleem, dat er mogelijk in de toekomst kan aan
komen, oplossen.
De voorzitter antwoordt raadslid Van de Kreeke, dat er wel meer gemerkt
wordt dat het college een redelijk strikte taakverdeling heeft en dat met
elkaar wordt overlegd welke portefeuille de meeste accenten heeft om een
zaak te behandelen. En dan gaat dat naar de portefeuillehouder en in dit
geval, met name vanwege de personeelscomponent die dit voorstel heeft en de
hele organisatorische achtergrond, is er afgesproken dat de portefeuille
houder personeelszaken deze zaak in commissie en raad zou behandelen. Dat
is zo afgesproken en dat wil verder niets zeggen over een verantwoordelijk
wethouder, die zich ergens aan zou onttrekken. Spreker heeft in de eerste
termijn al duidelijk gemaakt dat een wethouder wel een bepaalde taak, por
tefeuille en verantwoordelijkheid heeft, maar dat het college toch de ver
antwoordelijkheid houdt om alles af te wikkelen. Daarover wordt met elkaar
goed en indringend gesproken en dat wordt ook zo naar buiten gebracht.
Op opmerkingen van raadslid Van de Kreeke, dat de voorzitter zelf heeft ge
sproken van de wethouder, die de eerste verantwoordelijkheid zou hebben,
antwoordt de voorzitter, dat hij bedoeld heeft te zeggen dat de wethouder
een zekere verantwoordelijkheid heeft. En voor alle duidelijkheid zegt hij
nu in tweede termijn, dat er gelukkig gesplitste verantwoordelijkheden zijn
dat het college in totaliteit op alles let, maar dat de een wat meer op
iets let dan de ander. Deze discussie is in de raad al meer gevoerd, dat
geeft hij toe, en dit keer kwam raadslid Van Casteren er nu eens mee, maar
het blijft zoals het was.
Spreker heeft er meer moeite mee, dat de Partij van de Arbeid vindt, dat er
in het verleden iets goed fout is gegaan. Hij wil niet beweren, dat hier
alles voor 100% goed gaat - en ook niet, dat er geen steken vallen of dat
men nooit eens met moeilijke omstandigheden te maken heeft - maar daarin
vormt het college geen uitzondering. Hij bestrijdt echter wel, dat er iets
goed fout is gegaan. Tijdens de besprekingen heeft het college op een gege
ven moment gezegd, dat er toch eens goed naar moest worden gekeken, bijvoor
beeld of bepaalde dingen niet té onderhoudsgevoelig werden ingericht. Toen
is bezien of die zaken niet wat meer onderhoudsarm konden geschieden. De
raad heeft toen kredieten gevoteerd om daar een begroting van te laten ma
ken, hetgeen ook gebeurd is. En hij zegt het de PvdA niet na, dat er iets
goed fout is gegaan. Het is niet altijd even glanzend gegaan, maar dan wer
den er ook inderdaad maatregelen genomen.
Spreker heeft niets gezegd over flexibele beloning, omdat hij het zo van
zelfsprekend vond, dat ook de mensen van de buitendienst delen in de flexi
bele beloning en in de functionerings- en beoordelingsgesprekken; dit zegt
hij tot raadslid Adriaansen. Juist vandaag is de training voor alle medewer
kers afgesloten, waarin de flexibele beloning is besproken en ook de mede
werkers van de buitendienst hebben daaraan meegedaan. Dus er wordt absoluut