zal worden aangepakt. Overigens heeft hijzelf wél gelezen, dat dat stukje
grond verkocht is. Hij hoort het nog wel, als hij dit niet goed gelezen
mocht hebben, maar hij had er een dikke streep onder gezet en bij zichzelf
gedacht: als dat zo is, dan wil ik in de eerstvolgende raadsvergadering
vragen of de participanten er nog in gekend worden, wanneer er iets zou
worden verkocht, of verpacht, of wanneer toestemming zou worden gegeven om
deze grond, in welke hoedanigheid dan ook, te gebruiken. Alle participan
ten hebben volgens hem recht op een totale inzage van wat dan ook, in een
vroeg stadium. En aan de gemeente Breda moet heel duidelijk worden gemaakt,
dat men daar recht op heeft. Want in plaats van het woord 'woonwagenschap
gebruikt hij nu bewust het woord 'Breda'. Hij vindt, dat men vanuit de
lucht kan zien dat dat toch nodig is.
De voorzitter verduidelijkt: raadslid Van de Kreeke en hijzelf zagen dit
ooit samen in een luchtballon.
Er zal worden nagegaan wie eigenaar is van de betreffende grond en mocht
het zijn, dat het Schap de eigenaar van de grond was, dan zou het zeer on
terecht zijn van de gemeente Breda wanneer zij deze grond zou verkopen.
Vandaar dat hij veronderstelt, dat dit de gemeente Breda is. En onder die
conditie kan hij raadslid Van Casteren antwoorden dat, als de gemeente Bre
da eigenaar is van de grond en die dus kan verkopen, de bodemverontreini
ging een zaak is tussen verkoper en koper en dan behoeft de gemeente Tete-
ringen daar niet mee te zitten. Dus de opmerkingen van de heren Van Caste
ren en Van de Kreeke liggen heel dicht bij elkaar. Daaruit neemt hij de
boodschap mee, dat het college moet nagaan wie de eigenaar van de grond is,
want anders zou Teteringen, als partieel eigenaar via het Schap, geconfron
teerd kunnen worden met zowel de lusten als de lasten, en die laatste zou
den wel eens hoger kunnen zijn dan de eerste.
Niet het Stadsgewest neemt de rechten en plichten over, antwoordt hij aan
raadslid Adriaansen, nee, de administratie van de liquidatie wordt onderge
bracht bij het Stadsgewest en daar wordt een administrateur van het Stads
gewest voor ingehuurd. Het Stadsgewest, waarin ook Teteringen participeert,
neemt dus geen zaken daarvan over, het blijft: het Woonwagenschap-in-liqui-
datie. Ter geruststelling: de gemeente Teteringen krijgt een jaarlijkse
bijdrage van het rijk, nu zij het woonwagencentrum heeft overgenomen. Het
geld is naar het Woonwagenschap gegaan tot het moment, dat dit Schap func
tioneerde. En toen Teteringen de zaken overnam, kreeg zij deze rijksbij
drage, dus daar zit geen onduidelijkheid, wat dat betreft. Met de raad en
velen daarbuiten deelt hij de zorg van raadslid Van de Kreeke over deze
toestand. Het college zal dan ook zeer alert op deze zaak blijven toezien.
Tussen de 19 gemeenten, die aan het Schap deelnemen, bestaat voldoende
openheid om met elkaar zaken te bespreken; daarover heeft hij geen zorgen
en daarom dan ook de positieve houding, die Teteringen wil uitstralen om
een bevoorschotting van tweederde te geven, om aan te geven dat men de
zaken goed mee wil afwerken, maar dat de losse enden nog maar eens goed
moeten worden bekeken. Voordat daarin voldoende duidelijkheid is, doet
Teteringen daar niet aan mee.
Voor het tijdstip van de vervuiling verwijst spreker naar de techniek (waar
van hij overigens geen verstand heeft)Als men echter bij opgravingen tot
5.000 v.Chr. kan vaststellen, uit welke periode een scherf stamt, dan moet
een vervuiling van nog geen 50 jaar geleden ook vast te stellen zijn. Hij
heeft er vertrouwen in, maar kan daar uiteraard geen garanties voor geven.
Deze werkzaamheden worden uitbesteed en men moet uit kunnen gaan (zoals
raadslid Van de Kreeke bij interruptie zegt) van de objectiviteit en de
deskundigheid van degenen, die dat onderzoeken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten overeenkomstig het voor
stel van burgemeester en wethouders.
-11-