-14-
manier wordt verwoord. De Partij van de Arbeid heeft nog voorgesteld om
het portefeuillehoudersoverleg wat meer body te geven dat tot nu toe.
Want het portefeuillehoudersoverleg komt nauwelijks richting de
gemeenteraden door, men kan wel zeggen, helemaal niet. En wat er dan
nog doorkomt is datgene, wat de voorzitter als lid van het Dagelijks
Bestuur nog wel eens in deze raad zegt, maar dit portefeuillehouders
overleg dient naar de mening van zijn fractie meer body, inbreng en
meer invloed te hebben richting D.B., en dan kan toch, ook al zou er
een continuering komen van het bestaande proces, wat meer informatie
van deze portefeuillehouders naar de raad kunnen worden gegeven,
informatie, die hun nu wordt onthouden. En dat geldt evenzeer, als de
commissies van advies en bijstand aanblijven, voor het raadslid, dat
door de raad daarnaartoe wordt gestuurd. Wat dat betreft moet de raad
ook de hand in eigen boezen steken en zeggen: we hebben vanavond
uitgesproken dat we meer betrokken willen zijn bij het Stadsgewest -
want dat heeft spreker begrepen uit de woorden die zijn gesproken en
daarmee is hij het 100% eens - maar tot nu toe waren we dat niet zo
erg. Hijzelf heeft als lid van het Stadsgewest lange tijd hier in deze
raad diverse keren gevraagd: het is zo belangrijk, er staan zulke
belangrijke punten op de agenda; de raad heeft ze doorgenomen voor de
raadsvergadering, heeft niemand dan vragen aan mij? En dat was dan niet
het geval. Er is wel eens gezegd: ik twijfel een beetje aan de betrok
kenheid (of woorden van gelijke strekking) en we willen nu allemaal dat
dat verandert. En dat kan veranderen door het portefeuillehoudersover
leg meer body te geven en meer richting raad te laten adviseren; dat
geldt voor iedereen. De Partij van de Arbeid is dus voorstander van het
continueringsproces, maar met die kanttekening die spreker zojuist ook
plaatste. En dat is van groot belang.
Raadslid Adriaansen zegt, dat het CDA inderdaad vóór het model B is,
maar met de kanttekening dat het portefeuillehoudersoverleg duidelijk
meer gestalte gaat krijgen dan tot nu toe. Want voor zover hem bekend
zijn deze overlegcircuits dikwijls bemand door ambtenaren en niet door
de betreffende portefeuillehouders. En hoewel de voorzitter zegt, dat
dit onjuist is, blijft raadslid Adriaansen zeggen, dat hij wel andere
geluiden heeft gehoord. Voor de toekomst hoopt hij dus dat het porte
feuillehoudersoverleg inderdaad bemand zal zijn door de betreffende
portefeuillehouders en dat er inderdaad terugkoppeling plaatsvindt naar
de commissies toe. En deze kanttekening geldt ook ten aanzien van de
inrichting van het Dagelijks Bestuur, dit wil hij nog even duidelijk
zeggen.
Raadslid Van de Kreeke zou van het CDA willen vernemen wat er wordt
bedoeld met de opmerking, dat er meer inbreng moet zijn via de porte
feuillehouders van raad naar Gewestraad - of het Stadsgewest, moet hij
zeggen -. Daarmee is hij het helemaal eens, maar wat wordt nu bedoeld
met: meer inbreng richting portefeuillehouder. Hoe ver gaat dat, die
inbreng? Kan de portefeuillehouder dan gedwongen worden of worden
opgelegd, dat hij een bepaald standpunt moet innemen, een standpunt dat
in de raad naar voren is gekomen? Wordt dat bedoeld met 'meer inbreng
via de portefeuillehouder?' Of adviseert de raad hem en kan hij toch
zijn eigen standpunten kenbaar maken?
Raadslid Adriaansen heeft zojuist van het college gehoord, dat het
college heel wijs omgaat met goede adviezen, dus als een portefeuille
houder in een commissie van advies en bijstand van de commissies
Grondzaken, AZ/M of Welzijn een goed advies krijgt, dan zal hij dit
zeker ter harte nemen. Als hij dat regelmatig niet zou doen, en er zou
inderdaad geconstateerd kunnen worden dat er van de opvattingen van de
raad niets terecht komt op de een of andere manier, dan zouden daar
volgens spreker door de raad natuurlijk de nodige vragen over gesteld
kunnen worden. Hij gelooft echter niet dat men zo ver kan gaan, dat de
raad de portefeuillehouder kan sturen met een opvatting van een
commissie, want het zijn stadsgewestelijke zaken en een portefeuille
houder is in dit geval geval lid van een adviesorgaan - en dat is het
portefeuillehoudersoverleg - en uiteindelijk is dat een adviesorgaan
richting Dagelijks Bestuur van het Stadsgewest.
Raadslid Van Casteren ziet niet in, waarom de portefeuillehouder niet
gestuurd zou kunnen worden. Hij heeft toch zijn politieke verantwoorde
lijkheid ten aanzien van zijn raadslidmaatschap?
Zo ziet raadslid Adriaansen dat niet. Hij denkt dat dit een andere
rechtsgrond is en dat een lid van een stadsgewestraad op dat punt