willen gaan om te vragen of die gemeente nu wèl met Teteringen zou
willen samenwerken aangaande de plannen voor een in Teteringen aan te
leggen golfterrein, gezien de ontwikkelingen die in Het Hout daarmee
gepaard gingen. Is daarover al iets naders bekend?
Raadslid Van Hasselt-Blankers heeft vernomen, dat naar papier momenteel
zo weinig vraag is dat het leeghalen van de container aan de Herikaard
niet meer rendabel is en dat de inzameling van oud papier gevaar loopt.
Klopt dat?
Wethouder Verstegen antwoordt, dat de container gratis is weggezet en
leeggehaald wordt wanneer hij vol is, dus dat kost de gemeente niets.
Hij heeft via het bedrijf dat de container leegt wel te horen gekregen,
dat dit zo niet meer kan, maar officieel is er niets over bekend gewor
den. Wel heeft de betrokken firma een sein afgegeven, dat men zich moet
gaan beraden, want vanwege de lage marktprijs van het papier kan hij er
zo niet mee doorgaan. Maar een formeel antwoord kan hij hierop nog niet
geven. Wel wordt door de gemeente een garantieprijs bijbetaald aan het
oud papier, dat door de scholen wordt ingezameld. Deze kwestie is al
onderwerp geweest van bespreking tijdens het portefeuillehoudersover-
leg, en het Stadsgewest is in overleg met Afvalsturing daarmee bezig.
Ten aanzien van de inzameling aan de Herikaard wil hij toch nog even
afwachten, maar het zou best kunnen zijn dat er straks een contract
komt, waarbij voor iedere kilo ingezameld papier een bijdrage moet
worden gegeven.
De voorzitter merkt op, dat raadslid Van de Kreeke hard vooruit loopt
op een zaak die nog moet worden besproken. Het college wil inderdaad
een concept-plan van de stedebouwkundige met de raad bespreken om te
sonderen hoe men daarover denkt. Wanneer er overleg over is geweest, en
het plan nog eens goed is bekeken, dan komt dat plan voor besluitvor
ming naar de raad toe; zo gaan die dingen altijd. En wanneer de raad
daarvoor een krediet beschikbaar stelt, dan wordt daarvoor goedkeuring
gevraagd aan Gedeputeerde Staten en dan hoort de gemeente wel of men
die ook krijgt. Spreker denkt niet dat het enige zin heeft om daar van
te voren bij G.S. over te gaan praten. Hier is sprake van een zichzelf
respecterende raad, die besluiten neemt zoals men meent die te moeten
nemen en daarvoor goedkeuring van G.S. voor nodig heeft. En dan wil hij
wel weten welke argumenten G.S. hebben om die goedkeuring te onthouden.
Want wanneer de gemeente dat van tevoren gaat vragen dan zou er een
kans bestaan - maar spreker zou niet weten op welke gronden - dat men
gaat zeggen: nou nee, doe maar niet. Maar er is raad-breed uitgesproken
dat Teteringen aan optimalisering van voorzieningen moet doen; het
college bereidt dat voor en overlegt concepten met de raad en wanneer
dat rijp is voor besluitvorming wordt dat aan de raad voorgelegd en
daarna wordt het aan G.S. ter toetsing toegezonden.
Natuurlijk weet raadslid Van de Kreeke dit allemaal ook wel, maar ter
voorkoming van grote kosten zou hij toch willen weten of er voor het
college nu informeel geen enkele mogelijkheid bestaat om er achter te
komen, of
Raadslid Adriaansen en ook andere raadsleden onderbreken het betoog.
Het is geen stijl om nu al dingen te gaan aanslepen, die straks
informeel bekeken gaan worden. Raadslid Van de Kreeke gaat nu een
procedurekwestie aan de orde stellen, die hem in feite volledig bekend
is.
De voorzitter geeft een antwoord, zoals hij dit antwoord altijd geeft
op alle zaken en daarmee is voor hem de discussie gesloten.
Raadslid Adriaansen heeft de suggestie gedaan om een brief naar het
gemeentebestuur van Breda te schrijven over de aanleg van een golfak-
kommodatie. In de vorige raadsvergadering heeft spreker gezegd dit een
goede suggestie te vinden. De week daarop heeft het college daarom een
brief gestuurd aan de gemeente Breda, maar heeft hierop nog geen
antwoord ontvangen.
Raadslid Van Casteren vraagt dienaangaande of het bekend is of de
gemeente Breda gebruik heeft gemaakt van de termijn die open stond om
in beroep te gaan bij de Raad van State.
De voorzitter heeft uit de krant gelezen dat de portefeuillehouder
Ruimtelijke Ordening van Breda op vragen van raadsleden gezegd heeft,
dat het praematuur was om daarover te praten, dus spreker weet van
niets. Het is hem alleen bekend dat daar in Breda op gestudeerd werd.