gegeven.
Wethouder Verstegen gaat allereerst in op de opmerking van raadslid Van
Hooi j donk-Rij ken, dat dit eigenlijk een puur financiële zaak is. Ook
het college heeft dit besproken, maar omdat op een dergelijk voorstel
uiteraard inhoudelijk zou worden ingegaan heeft men gemeend dat het
toch het beste was om dit ook in de commissie Grondgebied te brengen.
Het bedrag is inderdaad fors; hij kan alleen zeggen, dat het bedrag
waarover iedereen praat, de verdichting, slechts een fractie is van de
totale kosten. Maar met name deze verdichting geeft in commissie en
raad aanleiding tot het stellen van vragen en hij wil daar toch even
bij stilstaan.
Er bestaat een flexibel bestemmingsplan; dat betekent dat er binnen de
grenzen van dat plan geschoven kan worden. Maar in de opzet van het
plan is inderdaad een verkavelingsplan gemaakt op de wijze waarop men
dacht hieraan invulling te kunnen gaan geven. Maar wat is er nu gebeurd
- en in het verleden is daarover ook al gesproken -, sinds vorig jaar
is over Teteringen (en niet alleen over deze gemeente, maar over
meerdere gemeenten in het stadsgewest Breda, dus eigenlijk alle
kleinere gemeenten) gezegd door het provinciaal beleid: de premiewonin
gen met eenmalige bijdrage, de zgn. premie C-woningen, dus woningen die
gerealiseerd werden in de prijsklasse van 165.00,00 tot 175.000,00,
gaan alleen naar de drie grote steden, punt uit. En dat betekent, dat
Teteringen geen premie-C-woningen meer mag bouwen. Maar daarvoor in de
plaats kreeg de gemeente premie-A-woningen, dus de sociale koopwonin
gen, in de prijsklasse van ongeveer 135.000,00. Dat is beduidend
lager dan de stichtingspijs van premie C-woningen. En dat heeft tot
gevolg, dat woningen, die oorspronkelijk gepland waren, opeens niet
meer gerealiseerd kunnen worden, hetgeen inhoudt dat premie A-woningen
in blokvorm aan elkaar moeten worden gebouwd. En bij een premie C-
woning was er ruimte voor een parkeerplaats, terwijl dat bij de premie
A-woningen niet het geval is. Bij de opzet van het bestemmingsplan is
gezegd: per woning anderhalve parkeerplaats, dus moet er ruimte worden
gevonden om die parkeerplaatsen te kunnen realiseren. Enerzijds moet er
goekoper worden gebouwd, omdat er minder budget is, en anderzijds
moeten er voor die woningen toch parkeerruimtes worden gebouwd. En
daarom moet er van vrij grote kavels een stuk van de achtertuinen
worden gehaald, waar een parkeerplaats wordt neergelegd. Aan het oor
spronkelijke kavelplan moet dus worden gesleuteld en bijgesteld, en dat
kost geld, vandaar het verzoek om dit aanvullend kredietje.
Hij wil erop wijzen, dat er door het college niet is gezegd: ja, het
komt nu zo slecht uit, laten we daar maar een paar woninkjes neerzet
ten, nee, dit is na uitvoerig en vrij secuur beraad met de stedebouw-
kundige zo gegaan. Er is nagegaan op welke lokatie van het ter beschik
king zijnde plan het mogelijk zou zijn om goedkopere premiewoningen te
bouwen en hij meent, alles overziende, dat het resultaat best goed is
geworden. Hij heeft er alle vertrouwen in, dat dit zeker niet ten koste
zal gaan van het oorspronkelijk opgezette plan, maar hij is het met
eenieder eens, dat vrijstaande en twee-onder-een-kap-woningen misschien
wel wat fraaier ogen dan een blok van zes woningen.
Verder meent hij, dat er tussen raadslid Adriaansen's opvatting van de
natte paragraaf en die van het college wat verschil bestaat. Het
'Haenen-park' waarop het raadslid doelt, heeft eigenlijk niet zoveel te
maken met die natte paragraaf. Deze paragraaf heeft met name te maken
met de aanleg van riolering, dus het verbeterde gescheiden systeem van
de waterzuivering. Voorheen was het niet verplicht, maar nu moet er in
een bestemmingsplan een aparte paragraaf zitten ten aanzien van de
afvoer van het huishoudelijk water danwel van het oppervlaktewater. En
daarmee heeft dit dus te maken. Maar de inrichting van het park zal
zeker uitvoerig ter discussie komen.
Raadslid Van Hooindonk-Rj-iken vraagt in de tweede termijn, of het ook
voor de volgende jaren geldt, dat er geen premie C-woningen gebouwd
mogen worden. En als dat het geval is, komt het plan De Haenen er toch
heel anders uit te zien dan oorspronkelijk in het vooruitzicht stond.
Raadslid Braat had in eerste termijn gevraagd of eventuele andere
verdichtingen, die zich om welke reden ook in de toekomst zullen gaan
aandienen, eerst ook in de commissie Grondgebied besproken konden
worden, welke commissie dit dan eventueel zou fiatteren.
Wethouder Verstegen antwoordt aan raadslid Van Hooijdonk, dat hij niet
weet wat er bij de RVC gaat veranderen, maar het is op dit moment zo,