- 25 -
ter, die een en ander in Den Bosch moet verdedigen, daar toch behoor
lijk voor joker staan, want terwijl hij de zelfstandigheid staat te
verdedigen, is een politieke groepering al bezig de herindeling te
accepteren, en alleen nog even te vragen: bij welke stad zou je nou
eigenlijk willen horen? Ik rond af, nogmaals, ik vind het jammer dat
het zo gedaan is en datgene wat de anderen in eerste termijn hebben
gezegd, daar sta ik volkomen achter. En met name het citaat-gedeelte,
wat het CDA naar voren heeft gebracht en waarin jullie genoemd worden,
waarin jullie consequent meegedacht hebben en het ook zo oordeelden en
dan de reactie daarop weer, dat vond ik zeer frappant. Maar als jullie
nu zeggen: wij zijn als fractie niet verantwoordelijk daarvoor, u kunt
dat ons als fractie niet aanrekenen, dat moet u onze stuurgroep doen,
(daar zijn wij wel lid van, maar daar zijn wij verder niet verantwoor
delijk voor)dan moet ik zeggen, dat het voor mij erg ondoorzichtig
is.
Raadslid Adriaansen zal het kort houden en zegt: We praten natuurlijk
over een discussie over een interne organisatie van de politieke
vereniging De Dorpsgemeenschap en dat gaat ons, denk ik, op de eerste
plaats niet aan; het gaat om wat wij hier in de raad doen en wat onze
verantwoordelijkheden zijn als raadslid en als raadsfractie. Maar er
zit ook een stukje politieke ethiek achter: als wij inderdaad de
afspraak gemaakt hebben, dat wij niet over eikaars ruggen aan politiek
gekrakeel zullen doen, zoals ik dat uitdrukte, dan bekruipt mij toch
het gevoel, dat wij met drie fracties toch niet overgekomen zijn in de
richting van De Dorpsgemeenschap, en dat vind ik bijzonder pijnlijk.
Met andere woorden: het is onze coalitiepartner, dat in de eerste
plaats, er zit ook een wethouder in; dat zijn toch allemaal dingen die
bij ons natuurlijk ook spelen. Wij willen toch, voorzitter, dat de
Dorpsgemeenschap eens gaat nadenken in de komende periode (het is toch
Pinksteren, het feest van de Heilige Geest, en dit bedoel ik zeer
serieus), dat zij toch eens een stuk verlichting krijgen van hoe wij
hier in deze raad met elkaar om moeten gaan. Wij moeten elkaar niet
negeren; ik vind dat we een eerlijke discussie met elkaar moeten
aangaan op feiten en ons niet moeten verschuilen achter hetgeen er in
de politieke vereniging kan plaatsvinden, want ik ben aanspreekbaar,
hier in deze raad, voor mijn handelen en mij kan ook niet altijd
aangerekend worden wat eventueel in het CDA mijn achterban doet, maar
ik voel mij wel indirect daarvoor verantwoordelijk! Ja, ik denk dat ik
daar toch best ongemakkelijk mee zou zitten. Dus kortom, voorzitter, ik
vraag wat bedenktijd in de richting van De Dorpsgemeenschap en ik zou
best eens een keer in de commissie Algemene Zaken of bij een andere
gelegenheid de punten, waarin we hier toch duidelijk van mening ver
schillen, nog eens een keer nader met elkaar uitspreken, want op deze
manier zo samengaan, ik denk, dat dit toch min of meer helaas een
verwijdering is en dat vind ik bijzonder betreurenswaardig voor iets,
waar we bijzonder trots op konden zijn: eenheid van vier partijen, om
zo lang je best te doen en zover te gaan; ook al verliezen we onze
zelfstandigheid, er zijn kansen voor Teteringen die best goed zijn,
maar we moeten wel met zijn vieren eendrachtig zijn. Als we gesplitst
naar de provincie gaan, dan kunt u zeker zijn dat de provincie dan haar
keus maakt.
Raadslid Van Casteren zegt, dat raadslid Van de Kreeke opgemerkt heeft,
dat spreker het een en ander had voorbereid. En dat is ook zo, omdat De
Dorpsgemeenschap de tot nu goede verstandhouding in de raad niet verder
wil verslechteren. Daarom heeft hij zich er ook toe laten verleiden om
hier enige informatie te verschaffen, en ook niet meer dan dat. Hij wil
overigens het gerucht, dat het ter ziele gaan van het comité Teteringen
Zelfstandig iets te maken zou hebben met de enquete, absoluut uit de
wereld helpen, want dat heeft niets met elkaar te maken.
Hij zegt verder: Ons standpunt maken wij hier in de raad openbaar en
tot op heden hebt u van ons niet gehoord, dat wij een ander standpunt
hebben ingenomen als dat we hebben ingenomen. Wij kunnen ons voorstel
len, dat in andere fracties grote teleurstelling heerst, maar het zou
ons inziens toch oprechter zijn, als die teleurstelling afgereageerd
zou worden naar hun collega's in de provincie. Men kan ons toch niet
verwijten, dat wij als lokale partij de burgers willen betrekken bij
onze meningsvorming.
De voorzitter wil deze discussie besluiten, omdat men én nieuwe
gezichtspunten zou krijgen, maar ook steeds weer in herhalingen zou
vervallen. Overigens was ook besloten om slechts in twee termijnen te