gemeente teteringen
- 27 -
VERSLAG van het vragenhalfuurgehouden na de vergadering van de gemeente
raad op 27 mei 1993.
De heer De Lange informeert namens de Milieuvereniging, waarom de laurier
struiken en de coniferen bij het postkantoor zo drastisch gesnoeid zijn.
In Teteringen wordt goed en regelmatig gesnoeid, maar een plan of regime
voor bemesting ontbreekt.
Wethouder Verstegen zou op de eerste vraag een antwoord moeten verzinnen,
want hij zou het niet weten. Wel weet hij, dat bepaalde taken ten aanzien
van het onderhoud van het groen worden opgedragen. Daarvoor heeft de
gemeente mensen in dienst, die ervoor geleerd hebben en naar aanleiding van
een plan dan ook op bepaalde plaatsen snoeien. Hij kan alleen navragen, of
en waarom er zo hard gesnoeid is. Wanneer hij dan echter als antwoord
krijgt, dat er terwille van de veiligheid zo hard gesnoeid is, dan heeft
hij in elk geval een antwoord.
De burgemeester heeft intussen geïnformeerd. Het is inderdaad vanwege de
overvallen en het uitzicht van binnenuit vanuit het postkantoor, dat de
struiken daar teruggesnoeid zijn.
Wethouder Verstegen zegt, wanneer hij dit gaat beredeneren: wie geeft de
opdracht om bomen te snoeien? Nu, dat is degene, die daarmee belast is,
maar het kan ook voorkomen, dat er hier en daar mooie bomen staan, maar dat
die terwille van de veiligheid het loodje moeten leggen.
Ten aanzien van het bemestingsplan kan spreker echt niets zeggen. De bomen
zitten naar zijn mening normaal in het bemestingsplan. En of extra grote
bomen ook een extra bemesting nodig hebben is een ander verhaal. Misschien
zou op termijn compost een oplossing kunnen bieden.
De heer De Lange is benaderd door de Milieuvereniging, die vindt dat de
bomen er soms maar armetierig bij staan. Hijzelf heeft ook geen verstand
van bemesting, maar geeft de opmerking dus door.
Wethouder Verstegen kan alleen dit zeggen: de verzuring is vaak de grote
boosdoener van deze slechte toestand. In het buitengebied, waar de bomen al
wat bemesting krijgen, doen ze het vaak heel goed. En hij is het eens met
de heer De Lange, dat bij onderhoud van bomen ook de bemesting hoort.
Hierna krijgt de heer Jaap Oomen het woord, die als volgt spreekt:
Geachte bestuurders, graag maak ik van het vragen-halfuur gebruik naar
aanleiding van het heden in uw raad besproken onderwerp: de overdracht van
het gemeentelijke woningbedrijf aan de Bredase woningbouwvereniging St.
Joseph. In mijn column heb ik er reeds over geschreven, echter nu benader
ik u persoonlijk, daar ik me bijzonder zorgen maak over de toekomst van ons
dorp. In de Aller-Lei van 7 april jongstleden schreef onze burgemeester
immers in zijn column: "Ik hoop dat u, als het nodig is, weer klaar zult
staan om uw mening luid en duidelijk te verkondigen". Aan dat verzoek wil
ik graag voldoen.
Vandaag besloot u de woningen van het gemeentelijke woningbedrijf over te
doen aan een woningbouwvereniging in Breda. Gezien de plannen van Gedepu
teerde Staten is dit volgens mij tactisch gezien niet de meest gunstige
oplossing. Teteringen bindt zich op deze manier opnieuw aan Breda. De
Teteringse bevolking hoort pas van de zaak wanneer die zo goed als in
kannen en kruiken is. Was het gezien de Bredase annexatiedrift niet aardig
geweest om niet alleen met Bredase woningbouwverenigingen te onderhandelen?
In de Aller-Lei van 28 april schreef onze burgemeester op verzoek van de
diverse partijen, dat hij ons kon verzekeren, dat de partijen in de
gemeenteraad zich ook buiten de raadsvergaderingen inspannen om herindeling
met Breda te voorkomen. De Oosterhoutse woningbouwstichting in de bovenge
noemde onderhandelingen betrekken zou daar misschien toe bijgedragen
hebben. De Teteringse politiek zou toch iedere strohalm moeten aangrijpen
om uit handen van Breda te blijven. Dat doet zij mijns inziens niet en als
er dan iets op dit gebied gebeurt, wordt dat pas naderhand aan de bevolking
meegedeeld.