Artikel 4.3.4.8 Weigering vergunning.
De vergunning wordt in ieder geval geweigerd indien:
a. het verlenen van de vergunning in strijd zou zijn met de voorschriften
welke door de waterbeheerder aan de gemeente zijn gegeven, een verzoek
van de gemeente tot wijziging van deze voorschriften is afgewezen en de
afwijzing onherroepelijk is geworden;
b. het rioolstelsel niet over voldoende capaciteit beschikt om de aange
vraagde hoeveelheid afvalwater of afvalstoffen te kunnen lozen.
Artikel 4.3.4.9 Intrekking of wijziging van vergunning.
Een besluit tot intrekking of wijziging op grond van artikel 1.11, onder a
en b wordt niet genomen dan nadat de waterbeheerder in de gelegenheid is
gesteld binnen een door burgemeester en wethouders te bepalen termijn zijn
oordeel kenbaar te maken omtrent het voornemen tot het nemen van dit
besluit
Artikel 4.3.4.10 Procedure ontheffing.
Voor het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4.3.1.2,
derde lid, is het bepaalde in de artikelen 4.3.4.3 tot en met 4.3.4.9 van
toepassing met dien verstande dat de in artikel 4.3.4.3, eerste lid,
genoemde termijn drie weken bedraagt.
Artikel 4.3.4.11 Bepalingen betreffende nadere voorschriften.
1. Burgemeester en wethouders kunnen voorschriften als bedoeld in artikel
4.3.2.3, tweede lid en artikel 4.3.3.1, zesde lid al dan niet voor een
bepaalde termijn opleggen.
2. Burgemeester en wethouders kunnen, spoedeisende gevallen uitgezonderd,
voorschriften niet opleggen dan nadat degene aan wie deze voorschriften
zullen worden opgelegd in de gelegenheid is gesteld binnen een door
burgemeester en wethouders te stellen termijn zijn oordeel hierover
kenbaar te maken.
3. Alvorens burgemeester en wethouders op grond van artikel 4.3.2.3, tweede
lid voorschriften opleggen, stellen zij de waterbeheerder in de gelegen
heid hen daarover van advies te dienen.
4. Het bepaalde in de artikelen 4.3.4.4, 4.3.4.5, 4.3.4.7, 4.3.4.9 en 1.11
is van overeenkomstige toepassing.
Paragraaf 5 Straf-, overgangs- en slotbepalingen.
Artikel 4.3.5.1 Verstrekken van inlichtingen en dergelijke.
Een ieder is verplicht aan de ambtenaren belast met de zorg voor de
naleving van een of meer bepalingen van deze verordening alle medewerking
te verlenen en op eerste vordering alle inlichtingen te verstrekken, inzage
te verschaffen in bescheiden en hen in de gelegenheid te stellen daarvan
afschrift te nemen, een en ander voor zover dit redelijkerwijs voor de
vervulling van hun taak nodig is.
Artikel 4.3.5.2 Kennisgeving van bijzondere omstandigheden.
1. Indien wordt vastgesteld of het vermoeden bestaat dat door bijzondere
omstandigheden zoals storing in het produktieproces afvalwater wordt
geloosd of zal worden geloosd dat door samenstelling, eigenschappen of
hoeveelheid:
a. gevaar, schade of hinder oplevert voor de rioolwaterzuiveringsinstal
latie of enig ander werk waarop de riolering is aangesloten of voor
de goede werking daarvan;