-9-
b. schadelijk of verontreinigend is voor het ontvangende oppervlaktewa
ter;
c. gevaar, schade of hinder oplevert voor de riolering, dan wel de goede
werking daarvan of voor de daarop aangeslotenen;
d. een nadelige invloed heeft op de verwerking van het uit de riolering
verwijderde slib,
is degene die afvalwater op de riolering loost verplicht kennis te geven
aan burgemeester en wethouders of een daartoe door hen aangewezen
ambtenaar en onmiddellijk alle maatregelen te nemen die gevaar, schade
of hinder kunnen beperken.
2. Burgemeester en wethouders dan wel de krachtens het eerste lid aangewe
zen ambtenaar doen van de in dat lid bedoelde kennisgeving terstond
melding aan de waterbeheerder, indien de bijzondere omstandigheden, als
bedoeld in het eerste lid, onder a en b, gevaar, schade of hinder kunnen
opleveren voor de rioolwaterzuiveringsinstallatie of het ontvangende
oppervlaktewater
Artikel 4.3.5.3 Nemen van monsters.
De in artikel 4.3.5.1 en artikel 6.2 bedoelde ambtenaren zijn bevoegd de
lozing van afvalwater of afvalstoffen in de riolering te meten, alsmede
monsters daarvan te nemen, een en ander voor zover dit redelijkerwijs voor
de vervulling van hun taak nodig is. De resultaten van de metingen, alsmede
de uitslag van het onderzoek van de monsters worden ten spoedigste ter
kennis van de betrokken lozers gebracht.
Artikel 16
In artikel 4.4.1, vierde lid, onder a worden de woorden "de op de Hinderwet
gebaseerde voorschriften" vervangen door "de op de Wet milieubeheer
gebaseerde voorschriften".
Artikel 17
In artikel 4.4.3, derde lid, worden de woorden "de op de Hinderwet geba
seerde voorschriften" vervangen door "de op de Wet milieubeheer gebaseerde
voorschriften"
Artikel 18
1. In het eerste lid, onder b, vervallen de woorden "indien het plaatsen of
aanwezig hebben daarvan geschiedt voor verkoop of verhuur of anderszins
voor een commercieel doel.
2. In het vijfde lid dienen de woorden "de Hinderwet en de Wet Chemische
afvalstoffen" vervangen te worden door: de Wet milieubeheer.
Artikel 19
Artikel 4.7.1a komt te luiden als volgt:
Artikel 4.7.1a Stankoverlast door gebruik van dierlijke meststoffen.
1. Dit artikel verstaat onder:
a. dierlijke meststoffen: dierlijke meststoffen als bedoeld in artikel 1
van de Meststoffenwet (Stb.1986, 598);