-31-
Opgemerkt moet worden dat de aan de orde zijnde bestemmingsverandering
van Agrarisch bouwblok A naar Woning Wa een logisch vervolg is van in
het verleden plaatsgevonden hebbende ontwikkelingen, waarbij ook
rekwestrant betrokken is geweest.
Een deel van de bedrijfsopstallen van Hoeveneind 110 en 6 ha. kuituur-
grond zijn door hem verworven en aan zijn agrarisch bedrijf toegevoegd.
Voor de bedrijfswoning met enkele bedrijfsopstallen en een beperkte
perceelsoppervlakte, resteerde daardoor slechts een mogelijkheid tot
bewoning.
Die woonfunktie is inmiddels gerealiseerd op een wijze zoals het
merendeel van de voormalige boerderijen een burgerwoonfunktie heeft
gekregen.
Reeds via de in het vigerende bestemmingsplan opgenomen - door burge
meester en wethouders te hanteren - wijzigingsbevoegdheid is het
mogelijk voormalige boerderijen te verbouwen voor burgerwoondoeleinden.
Die regeling blijft in het partiële herzieningsplan, waartegen thans
bezwaar wordt gemaakt, ongewijzigd van kracht.
De regeling is geheel in overeenstemming met de provinciale richtlijnen
in deze, die bovendien in bepaalde gevallen splitsing van voormalige
boerderijen mogelijk maakt. Een van de regels die daarbij in acht moet
worden genomen is dat, gelet op de ligging van de te verbouwen of te
splitsen boerderij ten opzichte van de overige agrarische bebouwing en
bestemmingen, in redelijkheid geen vrees behoeft te bestaan voor het
ontstaan van ernstige hinder over en weer. Op grond van die bepaling
kan verbouwing of splitsing van een boerderij eventueel alsnog worden
tegengegaan.
Dat burgerbewoning rondom het bedrijf van de heer De Jong zou kunnen
leiden tot beperkingen in zijn bedrijfsuitoefening - vanwege toepassing
van de milieuwetgeving - is niet denkbeeldig, maar evenzeer afhankelijk
van de feitelijke aanwezigheid van bewoning als van de juridische
bestemming van woning.
Dat er vanwege de aanwezigheid van burgerwoningen in de nabijheid van
agrarische bedrijven konfliktsituaties kunnen ontstaan, is zonder meer
duidelijk. Waar in het bebouwingslint tussen de Mortelweg en Blauwhoef-
sedreef het aantal van 20 burgerwoningen ten opzichte van 10 boerderij
en overheerst, liggen de konflikten zelfs zeer voor de hand. In de
direkte nabijheid van het bedrijf in kwestie zijn feitelijk reeds 4
burgerwoningen aanwezig waarvan er 3 als zodanig zijn bestemd. Sanktio-
nering van die woning maakt voor toepassing van de wet nauwelijks
verschil
Bezwaarschrift van J.M.C.Poppelaars. Hoeveneind 96. namens deze de
Stichting Rechtsbijstand.
Bezwaar wordt gemaakt tegen het feit dat de bij opposant in agrarisch
gebruik zijnde gronden deel gaan uitmaken van een bebouwingslint c.q.
-kluster. Het voornemen bestaat - aldus opposant - aan de gronden ten
noorden en zuiden van zijn agrarisch bedrijf, een rundveehouderij, de
bestemming Woning Wa toe te kennen. Opposant vreest dat de voorgenomen
wijziging van de bestemming van de hiervoor genoemde gronden tot een
voor hem onaanvaardbare beperking van zijn bedrijfsuitoefening zal
leiden, nu op aan zijn bedrijfsgrond grenzende terreinen bewoning door
partikulieren wordt mogelijk gemaakt.
De benodigde (milieuvergunningen zullen als de bestemming Woning Wa
wordt gerealiseerd niet, danwel slechts onder strengere voorwaarden
worden verleend, aldus rekwestrant.
Tenslotte wordt gevreesd voor konfliktsituaties tussen burgerbewoners
en agrariërs.
Vergelijking van de in het geding zijnde bestemmingsplanherziening met
het vigerende bestemmingsplan geeft aan dat er in de onmiddellijke
omgeving van het bedrijf van de heer Poppelaars feitelijk geen bestem
mingen zijn veranderd. Reeds volgens het bestemmingsplan Buitengebied
1983 werd zijn bedrijf ingesloten door burgerwoningen. De toegevoegde
aanduiding bebouwingslint e.g. -kluster is alleen van belang voor de
toepassing van de regeling inzake het splitsen van voormalige boerde-