gemeente teteringen
-8-
NOTULEN
van de openbare vergadering van de gemeente
raad op donderdag 1 juli 1993 om 20.00 uur in
het gemeentehuis.
Voorzitter
Secretaris
Raadsleden
Arn. van den Berg
A.C. van Rooij
A.A.A.J.M. Prince
C.M.S. Verstegen
A.C.van Casteren
J.A.M. van Hooijdonk-Rijken
C.M.H.M. Hofland
P.M.L. Brounts
A.A.J.M.Braat
E.P.M.M. van Hasselt-Blankers
burgemeester
gemeentesecretaris
wethouder
wethouder
Afwezig met
kennisgeving
de heren Adriaansen en Valk.
1. Opening
De voorzitter opent de vergadering met het uitspreken van het ope
ningsgebed.
Naar aanleiding van het overlijden van raadslid J.J. van de Kreeke
spreekt de voorzitter als volgt:
Mevrouw Van de Kreeke, dames en heren.
Een stoel, die de laatse tien jaren vrijwel iedere raadsvergadering
was bezet, staat vanavond leeg. Raadslid Johan van de Kreeke heeft de
ongelijke strijd met zijn slopende ziekte moeten staken. Op zaterdag
12 juni bereikte ons het bericht van zijn toch nog onverwachte over
lijden. In onze vorige raadsvergadering, die van 27 mei, was hij nog
volop aanwezig en voerde hij op de hem eigen felle en indringende
wijze het woord. Wij kunnen dat nog constateren in de notulen, die wij
zometeen gaan vaststellen. Want fel kon hij zijn; zeker als het ging
om zijn bestuurlijke verantwoordelijkheid. Het raadslidmaatschap was
voor hem meer dan vrijetijdsbesteding. Hij besteedde er weliswaar veel
vrije tijd aan, maar de wijze waarop hij zijn functie als raadslid
uitoefende was meer dan liefhebberij. Hij deed dat met een innerlijke
overtuiging, die weer gestoeld was op zijn eigen overtuiging en
ideeën. Je kunt het al of niet met hem eens geweest zijn, telkens weer
moest je ervaren dat hij consistent vasthoudend en overtuigd met zijn
werk als raadslid bezig was.
Bewonderenswaardig is ook, dat hij het raadslidmaatschap tot aan het
eind van zijn krachten is blijven uitoefenen. Eind april, begin mei
1990, juist toen hij opnieuw voor een nieuwe periode van vier jaren in
de gemeenteraad gekozen was, moest hij vernemen - en dat ook aan mij
en zijn mede-raadsleden melden - dat een ongeneeslijke ziekte zijn
lever had aangetast. Hij heeft zich op vrijwel onnavolgbare wijze
tegen zijn noodlot verzet. Hij heeft zijn leven op een kwalitatief
waardige wijze weten te verlengen.
In mijn toespraak bij de crematie op donderdag 17 juni heb ik ook al
over het functioneren van Johan van de Kreeke als raadslid gesproken.
Ik heb toen gezegd, dat het politieke gebeuren hem zeer na aan het
hart lag; dat wij hem hier in deze raad meemaakten als een zeer alert
raadslid, die steeds insprong op zaken die hij vanuit zijn politieke
visie belangrijk vond, steeds gericht op debat en discussie. Want dat
was hetgeen waar hij behagen in vond: al improviserend en discussi
erend komen tot meningsvorming en besluiten. Hij wist, dat het zijn
grote kracht was dat hij snel en scherp kon analyseren en dat middel
hanteerde hij bij voortduring in een poging om anderen voor zijn
standpunt te winnen. Zo zal Johan van de Kreeke ook in onze herinne-